Op 3 juni 2015 voeren Nederlandse F16-piloten een geheime missie uit boven de Iraakse stad Hawija, die destijds onder controle stond van terreurgroep Islamitische Staat (IS). Hun doel was om een autobommenfabriek van IS te vernietigen, in samenwerking met Amerikaanse inlichtingendiensten. De aanval verloopt echter anders dan gepland.
De explosie is veel groter dan verwacht en de piloten verliezen het zicht op de stad door de enorme rookontwikkeling. Na de aanval starten de Amerikaanse inlichtingendiensten een onderzoek. Ze ontdekken dat de grote hoeveelheid TNT in de fabriek heeft geleid tot een extra explosie, die een nabijgelegen woonwijk compleet verwoest heeft. Er zijn naar schatting zeventig doden en honderd gewonden, allemaal burgers.
Deze enorme nevenschade blijft lange tijd verborgen in Nederland. Pas in 2019 komt de Tweede Kamer via de media op de hoogte van het nieuws. Nederland had zich tussen 2014 en 2018 gecommitteerd om deel te nemen aan de luchtoorlog tegen IS, maar alleen als er geen risico op burgerslachtoffers zou zijn. Tot 2019 was er geen enkel signaal dat dit niet het geval was.
Toenmalig minister van Defensie Ank Bijleveld overleeft ternauwernood twee moties van wantrouwen na de onthullingen. Ze geeft toe dat haar voorganger de Kamer beter had moeten informeren over de aanval. Om haar eigen positie te redden, stelt ze een onderzoekscommissie aan onder leiding van oud-minister Winnie Sorgdrager. Na vier jaar onderzoek zijn de resultaten eindelijk bekend en deze zijn pijnlijk.
De commissie concludeert dat de regering de Tweede Kamer herhaaldelijk onjuist en onvolledig heeft geïnformeerd over het bombardement in Hawija. Hennis wordt specifiek bekritiseerd omdat het kabinet vier jaar lang verantwoordelijkheid heeft ontweken bij het melden van burgerslachtoffers. Daarnaast heeft de regering ook onvoldoende uitleg gegeven over de aard van de strijd tegen IS aan het parlement.
Het rapport wijst ook op bewuste risico’s die het Nederlandse leger heeft genomen bij de aanval. De bezetting in het uitvoeringscentrum in Qatar was te beperkt en de voorbereiding van de militairen was onvoldoende. Er was slechts één persoon aanwezig die groen licht mocht geven voor de aanval, zonder juridisch adviseur of inlichtingenexpert. Nederland vertrouwde te veel op Amerikaanse inlichtingen, die onvoldoende waren en de hoeveelheid explosieven in de fabriek hadden onderschat. De commissie benadrukt dat Nederland een eigen inlichtingenpositie had moeten opbouwen om betere afwegingen te kunnen maken.
Het rapport bevestigt dus dat het Nederlandse leger bewust risico’s heeft genomen bij het bombardement op de autobommenfabriek van IS in 2015. Deze aanval, die aanvankelijk in de doofpot werd gestopt, heeft geleid tot zeventig burgerdoden.
Source: https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20250127_96191173
.
