Nu, terwijl we ons zouden moeten verenigen in nationale rouw en respect voor de slachtoffers van de meest verschrikkelijke oorlogen, moeten we vrezen voor onze veiligheid. Dit is niet alleen beschamend, het is ook gevaarlijk. Dit is de prijs die we betalen voor het pappen en nathouden van een overheid die het laat afweten om deze radicalen aan te pakken. Ze laten antisemitische groeperingen en extreemlinkse activisten hun gang gaan, bang om hen tegen de haren in te strijken.
Waar is het leiderschap dat nodig is om onze nationale ceremonies te beschermen? Waar is de onverbiddelijke hand die zegt dat Nederland niet zal buigen voor de druk van hen die onze samenleving willen ondermijnen? Het is een gotspe dat mensen zoals de burgemeesters en de politiecommissarissen niet harder optreden tegen deze verstoringen. Ze zouden moeten staan als baken van kracht en resolutie, niet als weifelende figuren die bang zijn om daadkrachtig op te treden.
Het wordt tijd dat Nederland terugkeert naar een beleid waarin de veiligheid en de waardigheid van haar burgers voorop staan. We moeten een duidelijk signaal afgeven aan iedereen die denkt dat het acceptabel is om nationale herdenkingen te verstoren, dat dit gedrag niet getolereerd wordt. We moeten eisen dat onze leiders de orde handhaven en ons beschermen tegen degenen die verdeeldheid zaaien.
Laten we duidelijk zijn: Dodenherdenking is heilig. Het is een tijd voor reflectie en respect, niet voor politieke spelletjes en zeker niet voor extremistische manifestaties. Het is hoog tijd dat we deze dag terugclaimen en de radicalen laten zien dat hun gedrag hier niet welkom is. Nederland verdient beter, en het is hoog tijd dat onze leiders dat gaan bewijzen.