Wat is er gebeurd met de kroonjuwelen zoals de gekozen burgemeester en het referendum? Bij het grofvuil gezet, vergeten en vervangen door nietszeggende slogans en een gebrek aan echte inhoud. Op hun congres in Amersfoort probeerde partijleider Rob Jetten nog wel de schijn op te houden met zijn gekunstelde woede en zorgvuldig geconstrueerde speeches, vol clichés over liefde voor Nederland—iets wat normaal gesproken vloeken in de kerk is voor de Eurofiele D66’ers. Je zag ook echt zijn partijgenoten schrikken als je de beelden terugkijkt op het NPO themakanaal politiek en nieuws.
En wat blijft er over van D66? Een partij die zich vastklampt aan de randen van de politieke relevantie, hopend dat niemand merkt dat ze eigenlijk niets meer te bieden hebben. Ze hebben hun principes overboord gegooid en hun unieke verkooppunten verruild voor een plekje aan de linkse in-crowd tafel waar men liever klaagt over rechts dan zelf iets van waarde voor te stellen.
Terwijl links Nederland blijft verliezen en het politieke landschap steeds verder naar rechts opschuift, blijft D66 zich vasthouden aan de illusie dat zij nog steeds de stem van progressief Nederland zijn. Maar de realiteit is dat ze zijn verworden tot een groep zelfvoldane betweters, die meer bezig zijn met het demoniseren van hun tegenstanders dan met het aandragen van werkbare oplossingen voor de problemen waar Nederlanders dagelijks mee kampen.
Het is een trieste neergang voor een partij die ooit zoveel beloofde, maar nu niets meer is dan een voetnoot in de Nederlandse politieke geschiedenis. D66, ooit de belofte van nieuw leiderschap, nu niet meer dan een voorbeeld van hoe het niet moet. Radeloos links heeft zijn pijlen gericht op Wilders, maar het echte probleem zit dieper: een totaal gebrek aan zelfreflectie en echte leiderschap. Het is tijd dat D66 in de spiegel kijkt, maar wat ze zullen vinden is wellicht nog angstaanjagender dan de politieke irrelevantie waarmee ze nu te kampen hebben.