Hoewel er meer controles zijn, is het aantal zwartrijders bij De Lijn in vijf jaar met meer dan 70 procent gestegen. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Els Robeyns (Vooruit) opvroeg bij Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open VLD), waarover Het Laatste Nieuws bericht.
Terwijl er in 2018 in heel Vlaanderen 35.071 boetes werden uitgeschreven voor zwartrijden bij De Lijn, steeg dat aantal in 2023 tot 60.357. Het gaat om een stijging van 72,1 procent.
Bovendien loopt De Lijn heel wat geld mis omdat de helft zijn boetes niet betaalt. Zo bleef in 2023 een bedrag van 4,1 miljoen euro op een totaal van 8,2 miljoen euro onbetaald. Het jaar voordien is 3,5 miljoen euro van de 7,2 miljoen euro aan boetes niet betaald.
“Zwartrijden kost De Lijn jaarlijks miljoenen euro’s. Geld dat ze niet kunnen investeren in meer, beter en vooral betaalbaar openbaar vervoer. De reiziger die netjes zijn rit betaalt is zo de dupe van een beleid dat de aanpak van zwartrijders blijkbaar niet prioritair vindt”, aldus Robeyns.
Volgens het parlementslid nam minister Peeters de problematiek de voorbije jaren niet serieus genoeg. Op het einde van de legislatuur is er wel een stijging in het aantal controles, maar controles alleen zijn niet voldoende, vindt Robeyns. Ze pleit voor meer preventie en een betaalbaar openbaar vervoer.
Verder blijkt nog dat 13,5 procent van de zwartrijders minderjarig is. Vooruit stelt voor om het openbaar vervoer gratis te maken voor jongeren tot en met 25 jaar, “zodat het betaalbaar is voor elke jongere”.
“Asociaal en onaanvaardbaar”
Minister Peeters wijst er in een reactie op dat De Lijn regelmatig campagnes opzet rond zwartrijden en dat er vorig jaar 67 extra lijncontroleurs zijn aangeworven om te controleren op zwartrijden en om de veiligheid te verhogen. “We zetten dus sterk in op zowel handhaving als sensibilisering”, aldus Peeters, die erop wijst dat “zwartrijden laakbaar gedrag en een overtreding is en blijft. Het is asociaal en sowieso onaanvaardbaar”.