Als je als vaderlandslievende, conservatieve partij aan de macht wil komen in Nederland zul je zaken moeten doen met wat het “politieke midden” genoemd wordt. Dat is vervelend, dat midden heeft Nederland de afgelopen decennia immers vakkundig gesloopt. Maar het is helaas ook de realiteit.
Dat is geweldig nieuws. Het betekent immers dat er mogelijk – eindelijk! – iets gedaan wordt aan immigratie, de afbraak van de zorg, het gebrek aan woningen, de onbetrouwbare overheid. Het zou voor Nederland mogelijk een geweldige verbetering zijn. Niet zo gek natuurlijk, want de andere partijen hebben er de afgelopen jaren werkelijk een enorme puinhoop van gemaakt.
Tegelijkertijd betekent dit niet dat we dús maar kritiekloos moeten zijn over de PVV. Het tegendeel is zelfs waar. Juist omdat de PVV mogelijk aan de macht komt en het één en ander kan veranderen is het van het grootste belang om Wilders scherp te houden. Dat kunnen PVV’ers soms als vervelend ervaren, maar het is onze taak om die partij nu steeds weer tot de orde te roepen en naar rechts te slepen.
Toen de PVV in de oppositie zat hoefde dat niet. Overheidskritisch opereren was voor de PVV toen immers de manier om zichzelf te profileren en dus om kiezers aan zich te binden.
Dat is nu anders. De PVV wil meedoen – als niet ten koste van alles, dan toch in ieder geval ten koste van heel veel.
Daarom is het van het grootste belang dat Wilders nu (harde) kritiek krijgt van de rechterflank. Als we dat niet doen loopt de PVV namelijk het gevaar om op álle belangrijke onderwerpen steeds meer in te leveren… tot dat het onderscheid tussen de PVV en de VVD, BBB en NSC feitelijk niet meer bestaat.
Met andere woorden, de kritiek op Wilders moet niet minder zijn – maar meer. En feller. Niet omdat de PVV opeens een slechte partij is en Wilders een vervelende man, maar omdat we weten dat de partij enorme potentie heeft en het juist daarom belangrijk is dat dit potentieel benut wordt. Want als dat niet zo is verandert er niets in Nederland… en zullen nóg meer kiezers de moed opgeven.