Een Boeing 737-800 van Southwest Airlines heeft zondag tijdens het opstijgen zijn motorkap verloren, die daarna een vleugelklep raakte. Het vliegtuig moest terugkeren naar de luchthaven van Denver voor een noodlanding en de Amerikaanse luchtvaartautoriteit FAA is een onderzoek gestart.
Vandaag om 10:24
De Southwest-vlucht 3695 kon zondag rond 8.15 uur lokale tijd veilig landen en niemand raakte gewond.
Het Boeing-vliegtuig was vanop Denver International Airport opgestegen tot op een hoogte van ruim 3 kilometer. Het toestel was met 135 passagiers en 6 bemanningsleden op weg naar Houston, maar na 25 minuten keerde het al terug. Passagiers konden met zo’n 4 uur vertraging alsnog naar hun bestemming gevlogen worden met een ander toestel.
De getroffen Boeing 737-800 wordt gecontroleerd door onderhoudsteams, zo heeft Southwest verklaard. De luchtvaartmaatschappij weigerde te zeggen wanneer de motor voor het laatst onderhouden was. Boeing verwees vragen van de pers door naar Southwest.
Het vliegtuig was in juni 2015 in dienst gekomen, volgens gegevens van de Amerikaanse luchtvaartautoriteit FAA. De FAA is intussen een onderzoek gestart naar het incident.
Reeks incidenten
Het agentschap voert al meerdere onderzoeken naar andere incidenten met Boeing-toestellen van Southwest Airlines de voorbije weken. Donderdag nog staakte een Boeing 737 het opstijgen vanop een luchthaven in Texas omdat de bemanning melding maakte van motorproblemen. Er zou sprake geweest zijn van een brand.
Op 25 maart keerde een 737 eveneens terug naar een andere luchthaven in Texas wegens mogelijke motorproblemen, en ook op 22 maart keerde een 737-800 van Southwest terug naar een luchthaven in Florida nadat de bemanning een motorprobleem meldde.
Boeing ligt al maanden onder vuur nadat op 5 januari een paneel afbrak van de romp kort na het opstijgen van een Boeing 737-MAX van Alaska Airlines. Sindsdien zijn er meer toestellen met technische mankementen ontdekt. De FAA beval Boeing om te werken aan “systematische problemen met de kwaliteitscontrole”.
