Bij N-VA klonk dat zo, na de overwinningsspeech van Bart De Wever:
Zij zullen hem niet temmen, de fiere Vlaamse Leeuw,
Al dreigen zij zijn vrijheid met kluisters en geschreeuw.
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
In Londerzeel, waar Vlaams Blok verzameld had, werd dit gezongen nadat Tom Van Grieken de militanten had toegesproken:
De tijd verslindt de steden, geen tronen blijven staan
De legerbenden sneven, een volk zal nooit vergaan.
De vijand trekt te velde, omringd van doodsgevaar.
Wij lachen met zijn woede, de Vlaamse Leeuw is daar
Zij zullen hem niet temmen,…
“Wij hebben de tweede strofe gezongen, zij de eerste. Wellicht omdat het zo kort na elkaar is uitgezonden op tv, is het mensen opgevallen. Verder moet daar niets achter gezocht worden. Wij zingen dat altijd zo”, zegt Vlaams Belang-woordvoerder Alexander Van Hoecke.
Eerste twee strofen
Historicus Bruno De Wever zegt dat de tekst dateert uit 1845 en dat er in de loop der jaren wel wat variaties op gezongen zijn. Maar de oorspronkelijke versie van huisarts en toneelschrijver Hippoliet Van Peene bleef bewaard.
“Bij decreet van 6 juli 1973 van de voormalige Raad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap werden de eerste twee strofen van De Vlaamse Leeuw uitgeroepen tot het volkslied van Vlaanderen.”
Sommigen, zoals N-VA zondag, zingen de eerste strofe. Anderen de tweede of zelfs beide strofen om te tonen dat ze de ganse tekst vanbuiten kennen. Maar de boodschap blijft altijd dezelfde.