Op de Oekraïense variant van Funda stonden vorige maand ruim 270.000 woningen te koop, een stijging van een kwart vergeleken met een jaar geleden. Deze toename is vooral te wijten aan gevluchte Oekraïners die hun toekomst niet langer in hun thuisland zien. Ze hebben werk gevonden, nieuwe relaties opgebouwd, en in sommige gevallen zelfs kinderen gekregen in hun nieuwe thuislanden zoals Polen, Duitsland en Nederland. Met het geld van de verkoop van hun huizen hopen ze hier een nieuwe start te maken.
Maryna Krasnolenska, een Oekraïense makelaar, bevestigt deze trend: „Het gaat om mensen die iets proberen op te bouwen in EU-landen. Ze hebben inmiddels werk, een partner, misschien kinderen op de wereld gezet. Met spaargeld hopen ze bij jullie een woning te kunnen kopen.” Vooral huizen in het relatief veilige westen van Oekraïne hebben hun waarde zien stijgen, wat deze verkopen aantrekkelijker maakt.
In Nederland zijn er nog geen grote onderzoeken gedaan naar hoeveel gevluchte Oekraïners hier permanent willen blijven, maar gegevens uit Zweden geven een duidelijk beeld: slechts 13 procent van de Oekraïners wil terugkeren zodra de oorlog voorbij is, aldus de Internationale Organisatie voor Migratie. Dit betekent dat de meerderheid hun toekomst in Europa ziet, inclusief Nederland.
Dit roept vragen op over het Nederlandse beleid rondom vluchtelingenopvang. Wat aanvankelijk als tijdelijk werd gepresenteerd, lijkt nu een permanente verandering te worden. Onze politici moeten zich afvragen hoe ze willen omgaan met deze realiteit. Moeten we onze opvangsystemen aanpassen en meer integratiebeleid ontwikkelen, of blijven we vasthouden aan het idee van tijdelijke opvang?
De realiteit is dat veel Oekraïners, net als andere migranten, zich hier willen vestigen en bijdragen aan onze samenleving. De vraag is hoe Nederland hierop inspeelt en of we bereid zijn de nodige stappen te nemen om deze mensen een eerlijke kans te geven op een nieuw leven. Het is tijd voor een eerlijk debat over de toekomst van migratie en integratie in ons land.
.