Iedereen weet dat de oude links-rechts-schema’s niet meer opgaan, maar waar liggen de nieuwe ideologische breuklijnen? Wie zijn de goeden, wie zijn de slechten? Kunnen de goeden een vuist maken tegen de slechten?
In 1970 schreef presidentieel topadviseur Zbigniew Brzezinski, lid van de Trilateral Commission (een soort World Economic Forum maar dan exclusiever) dat de ‘crisis in de wereld’ (voor wereldleiders is er altijd een ‘crisis’ of er komt er één aan, dat is hun verdienmodel) alleen kon worden bestreden met een globalistische aanpak. Hij noemde dit een “ontluikend globaal bewustzijn”. Hoe zag dat er volgens hem uit? Brzezinski bepleitte een “meer functionele benadering van de problemen van de mensheid, met meer nadruk op ecologie dan ideologie”, alsmede de verspreiding van een “meer gepersonaliseerde, rationele, humanistische levensvisie die geleidelijk aan de plaats zal innemen van de geïnstitutionaliseerde religieuze, ideologische en intens nationalistische perspectieven die tot dusver de geschiedenis hebben gedomineerd”.
Deze beschrijving geeft heel goed het globalistisch gedachtengoed van de elite weer, althans de gekuiste, idealistische versie ervan. Van de globalisten moeten we buigen voor de god van de ‘ecologie’, en ons niet bezighouden met open debatten over goed en kwaad (‘ideologie’). De god van ‘de wetenschap’ – van de losgezongen ratio en het dogmatische ‘humanisme’ (inmiddels transhumanisme) – neemt de plaats in van geloof, emotie, spiritualiteit en moraliteit. Abstract collectivisme en losgeslagen individualisme neemt de plaats in van gezin, god en gemeenschap ‘die tot dusver de geschiedenis hebben gedomineerd’ – met andere woorden, die al duizenden jaren de kern zijn van wat de mensheid aan beschaving heeft weten te ontwikkelen.
Het globalisme van Brzezinski en zijn partijgenoten heeft daarnaast nog een essentieel kenmerk, dat hij niet noemt, maar dat spreekt uit alles wat zij doen: hun aanpak is top-down. Zij weten wat goed is voor de mensheid. Hoe de wereldorde eruit moet zien. Wij, het klootjesvolk, met onze ‘geïnstitutionaliseerde religieuze, ideologische en intens nationalistische perspectieven’ zijn daarvoor te kortzichtig. (Vaak wordt gevraagd, zouden ze het nou goed bedoelen, onze elite, of niet? Natuurlijk ‘bedoelen’ ze het ‘goed’! De meeste dictators zijn ervan overtuigd dat wat zij doen goed is voor de wereld. Alleen worden ze er toevallig zelf ook altijd beter van. Snap je?)
Als je weet dat dit de kenmerken zijn van de globalistische visie, zie je meteen welke personen en partijen hier bij passen. Moderne politici natuurlijk (zowel ‘linkse’ als ‘rechtse’ – ‘neoliberale’ en ‘neoconservatieve’ – beide bewonderaars en beoefenaars van staatsmacht). Geldmagnaten en grootkapitalisten die profiteren van de privileges van de staat of politici in hun zak hebben. Functionarissen van internationale instellingen en ngo’s. Bestuurders van elitaire instellingen, zoals universiteiten. Wetenschappers in dienst van de staat. Gesubsidieerde intellectuelen en kunstenaars. De reguliere media. Dit zijn ook precies degenen die met enthousiaste machtswellust het coronabeleid omarmden.
Wie zijn dan de oppositie? Dat zijn de anti-globalisten. Iedereen die gelooft dat de samenleving bottom-up moet zijn georganiseerd. Dat individuen en gemeenschappen zelfbeschikkingsrecht hebben. Dat mensen het recht hebben op hun eigen tradities. Dat mensen geen zielloze robots zijn of radertjes in een machine, maar een vrije wil hebben, een geest. Dat we een deel zijn van een groter geheel, maar niet als slaven onderworpen zijn aan een hogere macht.
Het gaat om een bont gezelschap. Conservatieven, christenen, mensen met andere geloofsovertuigingen, mensen die zich identificeren met hun regio, cultuur of land (‘nationalisten’), libertariërs, onafhankelijke socialisten, communautaristen, spirituele types, eigengereide wetenschappers, mensen met een ‘alternatieve’ levenswijze. Dit zijn ook de groepen die zich weigerden neer te leggen bij het coronabeleid.
Deze mensen zijn per definitie niet onder één vlag te verenigen. Zij – of beter gezegd, wij (want ik reken mezelf en de Andere Krant-zielen die ik ken ook tot deze mensensoort) – zijn allemaal anders. Dat is niet erg, maar we zouden ons wel meer bewust kunnen zijn van de overeenkomsten die we hebben. Het gedeelde belang dat we hebben bij een wereld van echte diversiteit, ook al delen we die wereld misschien met de nodige mensen waar we niet de deur bij plat willen lopen, en die misschien wel teveel knoflook eten, of rare denkbeelden hebben.
We zouden beter moeten beseffen dat we een gemeenschappelijke vijand hebben: de globalisten die ons in hun digitale mal willen persen. Dan zouden we ook ontdekken dat wij getalsmatig in de meerderheid zijn, ook al lijkt dat misschien niet zo. Ik zal niet zeggen dat wij het geld hebben. Wij hebben wel de mensen.
Deze column is eerder gepubliceerd in De Andere Krant. Heeft u nog geen abonnement? Ga dan naar de website www.deanderekrant.nl. Steun het andere geluid – en krijg wekelijks een krant in de bus die u met plezier zult lezen.
Het bericht Nieuwe ideologische breuklijnen verscheen eerst op The Friendly Society.
.