Koning Filip en koningin Mathilde veranderen om de vier à vijf jaar van auto. En ja, ze kunnen zelf kiezen welke ze willen – of toch: ze kunnen aangeven met welke ze het liefste zouden rijden. Al zijn ze niet volledig vrij, er gelden enkele strikte beperkingen.
Stel bijvoorbeeld dat koning Filip morgen zou aangeven dat hij graag een Tesla zou willen, dan zal de veiligheidsdienst hem snel op andere gedachten proberen te brengen. Bovendien staat dat merk niet op de ‘lijst’ van officiële hofleveranciers. De koning kan ‘maar’ kiezen uit vier merken – of beter vier groepen: Mercedes-Benz, BMW, D’Ieteren (Volkswagen en Audi) of Jaguar/Land Rover. Belangrijke voorwaarde is dat de auto veilig moet zijn en gemakkelijk extra beveiligd moet kunnen worden.
Woon-werkverplaatsingen
De gepantserde Mercedes 580E met nummerplaat 1 dient voor de officiële bezoeken en langere verplaatsingen. Kostprijs zonder bepantsering en andere extra veiligheidsuitrusting: net geen 150.000 euro. Maar die wagen gebruikt de koning tegenwoordig steeds minder, zo zegt een bron binnen het Paleis ons.
© Belga
Voor zijn ‘woon-werkverkeer’ – de verplaatsingen van het kasteel van Laken naar het paleis in Brussel en terug op werkdagen – laat hij zich vaker in een zwarte, geblindeerde hybride Range Rover vervoeren. Kostprijs voor de topuitvoering: 150.000 euro per stuk. En er zijn er meerdere, want de beveiliging volgt in een gelijkaardig voertuig.
De koninklijke familie heeft overigens al langer een voorliefde voor het merk Land Rover. Ook prins Lorenz, de echtgenoot van prinses Astrid, reed ermee. Net als koning Boudewijn, meer dan veertig jaar geleden. Hij deed er rondjes mee in het kasteelpark en reed er ook mee naar hun buitenverblijven in de Ardennen.
Land Rover Antwerpen kondigde eerder al met enige trots aan dat ze hofleverancier werden en dat de koninklijke familie bij hen een bestelling had geplaatst, zonder verder in detail te treden. Het ging dus om de Range Rover van koning Filip en “een kleinere versie” voor koningin Mathilde. Beide zijn hybride voertuigen, dus deels elektrisch en deels op fossiele brandstof.
Lore Vandoorne, woordvoerder van het Paleis, bevestigt dat het om hybride wagens gaat. “De koning hecht veel belang aan het milieu. Hij verwijst er ook vaak naar in toespraken.”
Wie betaalt?
Wat in ieder geval opvalt: het zijn allemaal niet bepaald de goedkoopste wagens. Maar wie betaalt dat wagenpark van het koninklijk hof eigenlijk? Van het Paleis krijgen we geen antwoord, want dat communiceert niet over dat soort zaken. Uit de Senaat krijgen we wel meer duidelijkheid. “Met inbegrip van onderhouds-, brandstof- en gebruikskosten, worden de auto’s bekostigd door de ‘civiele lijst’ (de vergoeding die de koning en koningin krijgen om hun ambt uit te voeren, red.) en met de dotaties aan de leden van de koninklijke familie.”
