Is dat de taak van een minister? Natuurlijk niet. Een minister behoort via een rationeel betoog in de Tweede Kamer der Staten-Generaal verantwoording af te leggen over het politieke beleid. Zo staat dat aangegeven in art. 42, lid 2 van de Nederlandse grondwet. Deze ministers maken van hun werk een cabareteske opvoering. Een opvoering waarmee zij zich gedragen in strijd met de waardigheid van het ministersambt. Een minister is nu eenmaal geen cabaretier. Een minister is ook geen politieke activist.
De satire van Van Houwelingen
Kamerlid Van Houwelingen pakte dat punt op satirische wijze op om een contrapunt te maken. Hij plaatste een dag later een tweet waarop links diezelfde foto te zien is en rechts een bewerking daarvan. De bewerking bestaat uit een vervanging van de vlag van de SDG door een nazivlag. Boven de tweet staat de tekst “De façade en de werkelijkheid: #SDGs”.
Iedereen die weet waar die SDG’s voor staan kan de actie van Van Houwelingen niet anders zien dan als gevat, humoristisch en zelfs scherpzinnig. Immers Van Houwelingen maakt met een meme duidelijk dat voor een realiseren van die SDG’s een totalitaire samenleving nodig is, zoals men die had onder het nazisme. Het vergt namelijk een enorm overheidsapparaat met onbeperkte bevoegdheden. Kortom, een samenleving waarnaar we op weg zijn als we niet heel goed oppassen. Toen wat commotie ontstond onder de mensen die dat niet begrepen hadden, verving Van Houwelingen de nazi-vlag door die van de hamer met sikkel. Opnieuw goed gekozen, want ook het communisme is een mooi voorbeeld van zo’n totalitaire ideologie.
Ministers die aangifte doen tegen Kamerleden, want “beledigd”
Maar zo dachten de ministers er niet over. Zij deden aangifte. Zij voerden als aanleiding op dat zij “beledigd” zouden zijn. Treurig genoeg steunt de rechtbank de ministers. “De rechtbank oordeelt dat de tweet een duidelijke verbinding oproept tussen deze twee toenmalige bewindspersonen en het naziregime van de Tweede Wereldoorlog – een regime dat verantwoordelijk is voor onder meer de moord op ruim zes miljoen Europese Joden. De verdachte heeft de ministers aldus bij het publiek in een kwaad daglicht gesteld en hun eer en goede naam aangetast. De tweet is dan ook op zichzelf beledigend.”
Dat is natuurlijk een kinderachtige interpretatie van de grap van Van Houwelingen. Waar Van Houwelingen een verbinding tot stand brengt, is dat tussen de SDG’s en de politiek van totalitaire bewegingen als nazisme en communisme. Het is zijn taak als Kamerlid om daarvoor te waarschuwen. En omdat de ministers zelf het middel gekozen hebben tot een ludieke actie, het hijsen van een vlag, is Van Houwelingen op dat spoor verder gegaan en heeft hij alleen de symbolen in de vlag veranderd. Een kind kan begrijpen dat het Kamerlid niet wil beweren dat minister Kuipers een nazi is. Minister Kuipers is alleen erg onwetend over de SDG’s en erg slecht geinformeerd over de aard van het totalitarisme. Hij heeft F.A. Hayek’s The Road to Serfdom niet gelezen en gevoel voor humor heeft hij ook niet.
“Aanzetten tot onverdraagzaamheid”: een Orwelliaanse notie
De rechtbank Den Haag stelt heel vroom dat men natuurlijk helemaal geen bezwaren heeft tegen kritiek op de SDG’s. Dat is echter ongeloofwaardig, want als dat werkelijk zo zou zijn, zou men niet proberen de grap van Van Houwelingen met strafsancties te ontmoedigen. Maar erger is dat de Haagse rechtbank een Kamerlid beperkt in zijn mogelijkheden parlementaire controle uit te oefenen. De rechtbank laat geheel onbesproken dat ministers natuurlijk helemaal geen vlaggenhijsers moeten zijn. De ministers beledigen de Nederlandse burgers met hun lolbroekerij. De rechtbank kiest ervoor Kamerleden te kapittelen en de rechtbank kiest daarmee tegen de democratische rechtsstaat. Maar in wat men niet anders kan zien dan een Orwelliaanse omduidingstruc probeert men ook een woord als “verdraagzaamheid” in een totaal geperverteerde betekis te gebruiken om het handelen van de ministers uit de wind te houden. De truc die wordt uitgehaald is het omduiden van het begrip “verdraagzaamheid”. Wat is “verdraagzaamheid”?
Voltairiaanse verdraagzaamheid en Orwelliaanse verdraagzaamheid
Maar onder invloed van de woke-filosofie en eerder het multiculturalisme is de afgelopen decennia een ander verdraagzaamheidsbegrip naar voren gekomen. Een verdraagzaamheidsbegrip dat helaas wordt ingeroepen om dissidente meningen te smoren. Wokies willen ons doen geloven dat je “verdraagzaam” bent als je niets zegt waar kwetsbare minderheden aanstoot aan zouden kunnen nemen. Een totaal Orwelliaanse omduiding dus.
De Voltairiaanse verdraagzaamheid schept ruimte, de vrijheid van meningsinguiting. De Orwelliaanse verdraagzaamheid beperkt die vrijheid.
Nu is die Orwelliaanse verdraagzaamheid (die dus in feite het tegendeel van verdraagzaamheid is) tot ontwikkeling gekomen omdat het nodig zou zijn de vrijheid van expressie aan banden te leggen ter bescherming van de gevoeligheden van kwetsbare minderheden. Dus vanuit de Orwelliaanse verdraagzaamheidsopvatting waren Hirsi Ali en Van Gogh héél onverdraagzaam toen zij de film Submission (2004) uitbrachten. Immers daardoor werden kwetsbare minderheden “beledigd”. Maar vanuit de Voltairiaanse verdraagzaamheidsopvatting waren zij daartoe helemaal gerechtigd. Het moet immers mogelijk zijn door kritiek bepaalde aspecten van de radicale islam te kritiseren en daarmee de samenleving verder te brengen.
De opmars van de Orwelliaanse verdraagzaamheid
De Orwelliaanse verdraagzaamheid heeft een hele opmars gemaakt door de Nederlandse jurisprudentie. En ook de Hoge Raad past dat begrip toe. Wat de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 21 oktober 2024 nu duidelijk maakt, is dat die Orwelliaanse verdraagzaamheid niet alleen wordt toegepast ter bescherming van de gevoeligheden van de kwetsbare minderheden, maar ook ter bescherming van de gevoeligheden van ministers.
Maar ministers zijn toch niet ineens ook zielige pandabeertjes of zeehondjes geworden? Jawel, dat is wel degelijk wat gebeurt. Want het werkt. Denk aan minister Kaag die de Tweede Kamer uitloopt zogezegd omdat zij beledigd was door een vraag over de instelling in Oxford waaraan zij gestudeerd had. Zogezegd “beledigd” wandelde zij de vergaderzaal van de Tweede Kamer uit met het gehele kabinet achter aan haar.
Minister Kuipers die geheel in deze traditie nu ook strategisch beledigd is en aangifte is gaan doen omdat zijn vlaghijserij in de verkeerde context wordt geplaatst kan begrepen worden vanuit de toneelact van Kaag. Beledigd in de Kamer, maar in de wandelgangen uitgebreid toelichting gevend tegenover het bevriende journaille.
.