In heel Europa besluiten steeds meer landen om gokken te legaliseren en te reguleren. Terwijl de digitale sector in het bijzonder soms als illegaal werd beschouwd, is het potentieel van deze economische sector nu erkend. In het verleden is er gepleit voor gestandaardiseerde EU-regelgeving.
Zou dit het keerpunt kunnen zijn voor de markten? Zouden kleine landen zoals Gibraltar en Malta niet langer hun eigen weg kunnen gaan? We presenteren de regelgeving in de afzonderlijke landen en onthullen de argumenten voor een uniforme regelgeving.
Gokken is officieel toegestaan in Nederland
Interessant: Licenties kunnen worden verkregen voor verschillende soorten gokken. Niet alleen gokkasten zijn toegestaan in Nederland, maar ook blackjack, roulette en poker.
Duitsland heeft sinds 2021 ook de gokmarkt gereguleerd
Het Interstatelijk Verdrag inzake kansspelen is in Duitsland op 1 juli 2021 in werking getreden. Het buurland was daarmee iets sneller dan Nederland, waar de legalisering pas op 1 oktober 2021 werd afgedwongen.
Er zijn enkele overeenkomsten, maar ook duidelijke verschillen. In Duitsland kunnen aanbieders uit alle landen ook een vergunning aanvragen, maar alleen voor poker, sportweddenschappen en speelautomaten. Kansspelen zoals roulette, blackjack en andere tafelspellen zijn voorbehouden aan gevestigde aanbieders.
Gokken in Zwitserland is streng gereguleerd en voorbehouden aan staatsaanbieders
Digitaal gokken is mogelijk in Zwitserland, maar is voorbehouden aan staatsaanbieders. Eind 2023 besloot de Zwitserse Federale Raad om vanaf 2025 in totaal twaalf vergunningen voor online gokken uit te geven. Aanbieders uit andere landen maken geen kans in Zwitserland en kunnen hier geen licentie aanvragen.
Het land treedt zelfs hard op tegen aanbieders uit Malta en Gibraltar. Zwitserland vertrouwt op netwerkblokkades en verbiedt spelers zo toegang te krijgen tot gokmogelijkheden die niet van de staat zijn. Om deze blokkades te omzeilen, moeten gebruikers een VPN installeren. Ze hebben echter niet de wettelijke bescherming van Zwitserland als ze gokken bij een aanbieder van derden.
Oostenrijk met extreem strenge regels in de EU
Spelers uit Oostenrijk hebben slechts één legaal platform tot hun beschikking, aangeboden door Casinos Austria. Aanbieders uit andere EU-landen kunnen geen licentie aanvragen en Oostenrijk erkent ook niet de vrijheid om diensten aan te bieden. Wie toch met aanbieders uit de EU speelt, verliest het recht op overheidssteun in geval van verliezen.
In 2023 debatteerde het land over de liberalisering van de markt, omdat Oostenrijk een van de landen is met het grootste (illegale) gokprobleem. In 2024 kunnen er grote veranderingen plaatsvinden als de markt daadwerkelijk wordt opengesteld voor externe aanbieders. Een model naar Duits voorbeeld is denkbaar.
Denemarken reguleert streng, maar eerlijk
Hoewel de Denen over het algemeen minder affiniteit hebben met gokken, zijn er ook digitale gokopties beschikbaar. Het land besloot in 2012 om gokken te legaliseren en wordt beschouwd als een pionier in vele delen van Europa. Er worden vergunningen verstrekt aan binnenlandse en buitenlandse aanbieders, op voorwaarde dat ze voldoen aan de vereisten van de Gambling Act.
Net als in andere EU-landen is de bescherming van spelers van het grootste belang. Net als in Nederland en Duitsland moeten spelers zelf limieten kunnen instellen. Daarnaast zijn aanbieders verplicht om toegang te bieden tot advies- en ondersteuningsdiensten (bijvoorbeeld door contactadressen te verstrekken).
De spellen zelf moeten eerlijk en transparant zijn, met objectieve en onafhankelijke testcentra die regelmatig controles uitvoeren. Een mijlpaal voor Deense kansspelen is waarschijnlijk Mindway AI, een bedrijf dat is opgericht door de Universiteit van Aarhus. Het heeft een systeem ontwikkeld dat risicopersonen (gokverslaafden) van tevoren kan herkennen.
In veel landen bestaat de wens voor EU-brede regelgeving
De twee kleine staten beroepen zich op de vrijheid om diensten aan te bieden binnen de EU en leveren hun diensten ook aan landen die hun eigen reguleringssysteem hebben. Experts debatteren regelmatig over de vraag of de EU-wetgeving überhaupt kan worden toegepast op de goksector. In principe is de Freedom to Provide Services Act een hoeksteen van de interne markt van de EU.
Aanbieders van goederen en diensten mogen hun diensten officieel in alle EU-landen aanbieden. Het is echter niet zo eenvoudig, aangezien het Europese Hof van Justitie meerdere malen heeft geoordeeld dat nationale beperkingen op de gokmarkt mogelijk zijn en voorrang hebben op de vrijheid van dienstverlening.
Dit is met name het geval als de openbare orde en consumentenbescherming niet op een andere manier kunnen worden gewaarborgd. In de praktijk is er een complex regelgevingsnetwerk ontstaan dat herhaaldelijk tot problemen leidt. Het gebruik van EU providers is in de meeste landen niet strafbaar, maar wel verboden. De belangrijkste reden waarom spelers ondanks de gereguleerde markt toch gebruik maken van EU aanbieders is dat de regels minder streng zijn.
Er zijn bijvoorbeeld meestal geen inzetlimieten en er worden ook tafelspellen en live casino’s aangeboden, die als bijzonder verslavend worden beschouwd. Met EU-brede regulering zou het mogelijk zijn om spelers in alle landen adequaat te beschermen. Dit zou de “zwarte markt” kunnen beteugelen, aangezien elke gokker in heel Europa toegang zou hebben tot een eerlijk, transparant en eerlijk systeem.
Conclusie
Een strenge wet voor alle landen kan aanzienlijke voordelen opleveren voor de consument. Gokverslaving is een ernstig probleem, maar een algemeen verbod op gokken is niet langer gepast. Regels die gelden voor alle EU-burgers zouden een transparant systeem creëren dat iedereen dezelfde mate van veiligheid zou kunnen bieden. Of dit zal gebeuren, zal in Brussel moeten worden besloten.