Oud-informateur Ronald Plasterk trekt zich terug als kandidaat voor het premierschap. In een verklaring in handen van De Telegraaf zegt hij dat berichten die over hem zijn verschenen “onjuist” zijn, maar ze staan in de weg van zijn benoeming tot minister-president. “Ik ben niet langer beschikbaar.”
Vandaag om 12:38
Plasterk schrijft: “Er zijn de laatste tijd berichten verschenen waarin mijn integriteit in twijfel wordt getrokken en die belemmerend zouden werken voor mijn eventuele functioneren als minister-president, ook al zijn ze onjuist. De gedane beschuldigingen zijn in essentie onwaar en voor het overige futiel. Ik ben volledig integer, en was bereid om die integriteit uitputtend te laten toetsen door de formateur en zijn adviseurs. Ik ben niet langer beschikbaar om de leider van het kabinet te worden. Ik dank de vele mensen die vertrouwen in mij hebben uitgesproken. Tenslotte vertrouw ik er op dat dit kabinet er komt, dat goede plannen heeft voor het land.”
Wilders aan zet
De terugtrekking van Plasterk betekent dat Geert Wilders aan zet is om een nieuwe gegadigde voor het Torentje naar voren te schuiven. Eigenlijk wilde de PVV-leider zelf minister-president worden, maar hij schoof die ambitie met name op verzoek van NSC terzijde. De vraag is wie er nu in aanmerking gaat komen voor de politieke topfunctie.
Wilders liet de partijleiders van VVD, NSC en BBB vorige week officieel weten dat hij voor het premierschap in zee wilde met PvdA’er Plasterk. Volgens Haagse bronnen viel dat slecht bij NSC-leider Pieter Omtzigt. Hij zou eerst excuses van de oud-informateur willen na hun eerdere akkefietje over het uit de school klappen over het lenen van de dienstauto.
“Sorry Pieter!”, zei Plasterk vervolgens tegen Omtzigt via een ingezonden brief in De Telegraaf.
Plasterk is daarnaast verwikkeld in een kwestie uit zijn verleden als wetenschapper. Het Amsterdam UMC bekijkt – in samenwerking met Plasterk – of zijn patentaanvraag op een kankertherapie wel volgens het boekje is verlopen.