Op woensdag confronteerde Gideon van Meijeren minister van Binnenlandse Zaken Judith Uitermark met drie feiten. Het eerste feit is dat de AIVD op grond van artikel 8 van de Wiv de wettelijke taak heeft om onderzoek te verrichten naar personen en organisaties die een gevaar vormen voor de democratische rechtsorde. Het tweede feit is dat de AIVD in zijn rapport over anti-institutioneel extremisme het verspreiden van het kwaadaardige elite-narratief als een activiteit beschouwt die een gevaar vormt voor de democratische rechtsorde. Het derde feit is dat het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland meldt dat ook Tweede Kamerleden dit kwaadaardige elite-narratief verspreiden. Van Meijeren confronteerde de minister met de vraag of de AIVD inderdaad de taak heeft om deze Kamerleden te onderzoeken en welke bevoegdheden de AIVD daarbij kan gebruiken. De minister gaf hierop geen duidelijk antwoord, wat volgens Van Meijeren zorgwekkend is. Hij benadrukte dat Kamerleden de regering moeten controleren en niet andersom, en dat het monitoren van politieke tegenstanders door de regering buitengewoon zorgelijk is. Hij drong er bij de minister op aan om uit te sluiten dat dit op dit moment gebeurt.
.