Hoe maak je vissers het vissen verder onmogelijk? Simpel: naast visgebieden afpakken voor ‘zeereservaten’ en gratis zeeruimte uitdelen aan de windindustrie, flikker je als overheid met liefde steeds meer perenboomriffen in zee. Dit is weer zo’n typische erfenis van Rutte 4, waarbij de visserij keer op keer de klappen moet opvangen terwijl de groene hobby’s alle ruimte krijgen.
Actiegroep EMK-vissers verwoordde het treffend op X: “Erfenisje van Rutte 4.” En gelijk hebben ze. Rijkswaterstaat is in oktober 2024 vrolijk doorgegaan met de eerste groep perenboomriffen onder begeleiding van het Koninklijke Nederlandse Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ). Deze nieuwe piramidevormige stalen frames vormen samen vier nieuwe riffen, die aansluiten op de vier bestaande riffen die eerder zijn geplaatst voor het project Waddenmozaïek. En dit allemaal midden in een van de belangrijkste visgebieden van Nederland: de Waddenzee.
Volgens Rijkswaterstaat is het de bedoeling dat deze frames van staal de aangroei van onderwaterleven op de gemonteerde perenbomen voor langere tijd mogelijk maken. Hoe nobel klinkt dat allemaal niet? Maar voor de visserij betekent het weer een stuk minder ruimte om überhaupt nog aan de slag te kunnen gaan. Het lijkt wel alsof de overheid alles op alles zet om de vissers van zee te jagen en hen geen enkele mogelijkheid tot voortbestaan te geven. Eerst krijgen ze te maken met steeds meer visserijvrije zones en windmolenparken die maar al te graag de ruimte innemen, en nu moeten ze ook nog eens om die perenboomriffen heen manoeuvreren. Ondertussen worden de vissers geconfronteerd met stapels regels en beperkingen, terwijl hun eigen werkgebied steeds verder wordt ingeperkt.
Het idee achter de perenboomriffen is dat de frames tien jaar lang, twee keer per jaar omhoog worden gehesen om te monitoren welke vormen van onderwaternatuur zich op en om de structuren vestigen. Dit project maakt deel uit van de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW) voor het herstel van de onderwaternatuur in de Waddenzee. Maar dat de visserij daar telkens de rekening voor moet betalen, lijkt voor Rijkswaterstaat en het NIOZ slechts een bijkomstigheid te zijn.
Marien bioloog Raven Cammenga van Rijkswaterstaat legt uit: “We zagen met Waddenmozaïek op experimentele schaal al mooie resultaten in de ontwikkeling van onderwaternatuur op substraten en daar willen we nu mee door.” Het project wordt nu opgeschaald en het aantal perenboomriffen verdubbeld in de hoop om meer en grotere diersoorten aan te trekken. Mooi allemaal, maar waar blijft de ruimte voor de vissers? Alsof de natuur in de Waddenzee nog niet divers genoeg was. En alsof de vissers die daar al generaties lang actief zijn, de natuur niet altijd al beschermd hebben.
De vraag die de visserijsector zichzelf terecht stelt, is wanneer deze overheid eindelijk eens oog krijgt voor hun belangen. De vissers zijn de enigen die steeds weer ruimte inleveren, terwijl de groene experimenten, windmolenparken en natuurprojecten alle ruimte krijgen. Het wordt tijd dat men inziet dat de visserij niet de vijand is, maar juist een sector die afhankelijk is van een gezonde zee. Maar met dit soort perenboomriffen die in zee worden geflikkerd, lijkt de overheid steeds verder van die realiteit af te dwalen. Wanneer houdt dit op? Het wordt hoog tijd dat de politiek inziet dat de visserij juist beschermd moet worden, in plaats van voortdurend te worden aangevallen en benadeeld.
1 keer per dag de belangrijkste berichten, 1 keer per week de belangrijkste headlines, en de nieuwste uitzendingen van hnmda, zo in je postvakje... zeg nu ja....