De eerste ECB-renteverlaging in vijf jaar wordt als “historisch” omschreven. Maar in de praktijk zal de beslissing niet veel veranderen. Dat komt doordat er op voorhand uitgebreid over was gecommuniceerd.

Voor de effecten is het vooral afwachten of deze eerste verlaging snel gevolg zal worden door verdere stapjes. Daarover liet ECB-voorzitter Christine Lagarde weinig los. “Ik zou niet zeggen dat de fase van terugschroeven nu definitief is aangebroken. Daarvoor hebben we meer gegevens nodig.” Dat de rente toch verlaagd wordt, heeft te maken met de snelle daling van de inflatie, legde ze uit.

Inflatie boven verwachting

Voor de modale consument zijn de mogelijke gevolgen voor de hypotheekrente het meest in het oog lopend. Die wordt weliswaar niet in de ECB-torens bepaald, maar is gekoppeld aan de langetermijnrente op de obligatiemarkten. Handelaars die daar actief zijn, kijken met een scherp oog naar wat de centrale banken doen. Ze focusten donderdag op de inflatieverwachtingen van de ECB. In 2025 zal het inflatiegemiddelde boven het doel van 2 procent blijven hangen. Pas in 2026 kan de inflatie eronder duiken. Dat verlaagt de kans op een snel vervolg van deze renteverlaging. Daardoor ging de langetermijnrente gisteren niet omlaag, maar licht omhoog. (Lees verder onder de grafiek)

In anticipatie op de verlaging is de hypotheekrente in België wel al gedaald. In november kostte een rentevaste lening op 20 jaar nog 3,72 procent, zo leert de rentebarometer van Immotheker/Finotheker. Nu is dat 3,36 procent. Als de ECB deze verlaging zou laten volgen door nieuwe neerwaartse aanpassingen, zou lenen voor een huis snel goedkoper kunnen worden. Maar wanneer dat zal gebeuren, hangt af van de verdere ontwikkelingen. De ECB kijkt daarvoor naar cijfers over prijzen, lonen en inflatieverwachtingen.

Via de langetermijnrente heeft de ECB-beslissing ook invloed op de kosten van de staatsschuld. De Belgische rente kende eind vorig jaar een forse daling in het zog van de verzwakkende inflatie, maar is dit jaar weer omhoog gekropen. Dit jaar haalt de schatkist 45 miljard euro uit de markt, waarvan eind april 26 miljard opgehaald was.

Vooral de hoogte van de rente in september zal veel mensen interesseren. Dan loopt de eenjarige staatsbon af die minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) vorig jaar lanceerde. De schatkist zal beleggers een nieuw aanbod doen in de hoop dat zij hun spaargeld aan de staat zullen blijven uitlenen. De marktrente van dat moment zal het rendement bepalen. (Lees verder onder de foto)

ECB-voorzitter Christine Lagarde droeg een halsketting met de woorden “In charge”© REUTERS

Ook voor de banken is dat van belang. Als zij een deel van het spaargeld willen terughalen, zullen ze een gelijkaardig rendement moeten bieden. Zo komt ook de spaarrente in zicht. Die is sterk gelinkt aan de ECB-depositorente. Die rente ontvangen de banken immers op spaargeld dat ze niet onmiddellijk kunnen aanwenden en daarom op een ECB-rekening parkeren. Maar de banken zijn niet van plan om nu aan de spaarrente te sleutelen. (Zie kader onderaan) Als de banken de spaarrente zouden verlagen, lopen ze het risico dat nog meer spaargeld in de richting van de staatsbon wordt verschoven. Bovendien zijn de Belgische spaarrentes nog altijd veel lager dan de ECB-depositorente.

De renteverlaging is goed nieuws voor beleggers. Volgens een ijzeren beleggingswet stuwt een lagere rente de koers van aandelen op, omdat vastrentende beleggingen zoals obligaties relatief minder aantrekkelijk worden. Maar ook daar geldt dat de markten vooral uitkijken naar het toekomstige traject, omdat de verlaging van donderdag al vrijwel zeker was. Vooral de koers van vastgoedaandelen reageert traditioneel sterk op de rente. De afgelopen jaren hebben vastgoedbedrijven zware klappen gekregen door de snelle renteverhogingen die volgden op de inflatiegolf. De start van de verlagingscyclus kan voor hen een ommekeer zijn.

Niet unaniem

De renteverlaging kan een bescheiden groei-impuls zijn voor de economie van de eurozone. Die groei is behoorlijk zwak geweest, en een lagere rente kan investeren aantrekkelijk maken. Meer economische groei betekent meer welvaart voor de inwoners van de eurozone.

Opmerkelijk was dat niet alle leden van de ECB-bestuursraad zich achter de renteverlaging konden scharen. “De beslissing werd unaniem genomen, op één lid na”, zei Lagarde. Bij de speculatie op sociale media over wie dat zou kunnen zijn, viel de naam van gouverneur Pierre Wunsch van de Nationale Bank (NBB). Maar al snel bleek dat de Oostenrijker Robert Holzmann niet akkoord was gegaan. Een week geleden zei Holzmann nog dat hij bereid was een renteverlaging te steunen. Maar de stijging van de inflatieverwachtingen had hem van mening doen veranderen. “Als we zeggen dat onze beslissingen afhankelijk zijn van de gegevens die we hebben, moeten we dat ook waarmaken”, zei hij tegen de Financial Times.

Spaarrente blijft ongemoeid

De beslissing van de ECB om de korte rente met een kwart procentpunt te verlagen tot 3,75 procent, heeft op korte termijn geen impact op de klassieke spaarder. De banken laten de rente op het spaarboekje voorlopig ongemoeid. Dat zegt ook Leen Van den Neste, ceo van VDK Bank. “We houden vast aan onze rente op de ritme-rekening. De beslissing van de ECB zit al in de markt verwerkt. En de ECB-rente blijft hoe dan ook hoger dan wat wij bieden.”

Ook bij Belfius Bank zegt woordvoerster Ulrike Pommée dat er aan de rente op het spaarboekje voorlopig niets verandert. Voor geld dat geplaatst wordt op de heel korte termijn, zal er wel impact zijn, omdat die rente nauwer aansluit bij de ECB-rente. Bij de langere looptijden wordt de rente vooral bepaald door de inflatieverwachtingen.

De rentecurve blijft voorlopig op zijn kop staan. De korte rente is hoger dan de lange rente. (pdd)

Door NieuwsBlad

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *