Tijdens de uitzending van De 7de dag op VRT 1 is zondagochtend opnieuw de pancarte getoond waarop de “schendingen van de mensenrechten door de staat Israël” worden veroordeeld. De vakbond ACOD-VRT toonde de boodschap ook al tijdens de halve finale en finale van het Eurovisiesongfestival, wat internationaal tot steun en kritiek leidde.
De 7de dag opende zondagochtend met een hoofdstuk over de tumultueuze 68ste editie van het Eurovisiesongfestival. In dat kader maakten presentatoren Lieven Verstraete en Lisbeth Imbo ook een videoverbinding met Israël, om er te spreken met concertorganisator Marilyn Ambach, de dochter van ‘Boogie Boy’ Paul Ambach die bijna twintig jaar geleden Antwerpen inruilde voor Israël.
Tijdens het eerste antwoord van Ambach kwam de inmiddels beruchte pancarte van ACOD-VRT weer in beeld. Daarop staat te lezen: “Dit is een vakbondsactie – Wij veroordelen de schendingen van de mensenrechten door de staat Israël. Bovendien vernietigt de staat Israël de persvrijheid. Daarom onderbreken we even het beeld. #CeasefireNow #StopGenocide”.
Het presentatieduo noch Ambach zelf leken zich bewust van de vakbondsactie. Ambach vertelde in De 7de dag dat ze alle protestacties tegen Israël “schandalig, fout en triestig” vindt. Volgens haar berichten de media een eenzijdig over de oorlog in Gaza, en strook het beeld in de media niet met de realiteit ter plekke.
De steunbetuiging werd eerder ook al getoond tijdens de halve finale van het Songfestival op donderdag en bij aanvang van de finale zaterdagavond. Via sociale media ging het beeld van de pancarte viraal, en ook buitenlandse media pikten het nieuws gretig op en kon rekenen op veel bijval, maar ook op kritiek. Het Forum der Joodse Organisaties noemde de actie “verwerpelijk”, omdat de tekst volgens het Forum “uitblinkt door volstrekte eenzijdigheid”.
