Deze boer, de heer H. Dekker, heeft met zijn gezin sinds 1968 een bescheiden bedrijf gerund aan de Hasselterdijk, met zo’n vijftig melkkoeien. Een bedrijf dat van generatie op generatie overging, een symbool van Nederlandse trots en doorzettingsvermogen. Maar nu, door een bureaucratische misstap, een vermeende ‘milieuovertreding’ van dertig jaar geleden, wordt zijn bedrijf hem ontnomen.
Hoe absurd is het dat in Nederland, een land dat zichzelf prijst om zijn rechtvaardigheid en vooruitstrevende milieubeleid, een hardwerkende boer wordt gestraft voor een kleine administratieve fout uit het verleden? Hoe is het mogelijk dat onze rechtstaat geen ruimte biedt voor gezond verstand en menselijkheid in zijn besluitvorming?
De zaak Dekker staat niet op zichzelf. Het is symptomatisch voor hoe de overheid omgaat met de agrarische sector. Boeren worden vermalen in een bureaucratische molen, schuldig bevonden door associatie, gestraft voor het voeden van de natie. Dit terwijl grootindustriëlen en vliegmaatschappijen, de echte vervuilers, door allerlei mazen in de wet kruipen en vrijuit gaan.
Deze situatie is een gotspe, een grote schande die het laatste restje vertrouwen in onze rechtstaat de nek omdraait. Wanneer worden de echte problemen aangepakt, in plaats van onze hardwerkende boeren het leven zuur te maken? Het wordt tijd dat er een einde komt aan deze krankzinnige bureaucratie die ons land in zijn greep houdt. Het is tijd voor gerechtigheid, tijd om te staan voor wat echt belangrijk is: de mensen die Nederland voeden.