België heeft na zeven maanden een nieuwe (federale)
regering met als premier (eerste minister) Bart De Wever van de NV-A (de Nieuw
Vlaamse-Alliantie, Vlaams, conservatief en liberaal) – in Vlaanderen spelt men
‘Bart De Wever’, in Nederland ‘Bart de Wever’, ziedaar het ravijn tussen Essen
en Roosendaal waarover Ludo Simons lang geleden een pittig boekje schreef.

De Vlaamse verwachtingen waren met deze eerste Vlaams-nationalist aan het hoofd
van een Belgische (!) regering hoog gespannen, ondanks het irrationele gedrag
van De Wever om de tweede Vlaams-nationale partij, het Vlaams Belang (met zowat
één miljoen stemmen), niet mee aan de feestdis uit te nodigen in de Vlaamse
regering (met aan het hoofd minister-president Matthias Diependaele – volgt u
nog?). Dat maakt van De Wever een gemankeerde en verzuurde democraat (een
kleine tiran eigenlijk), wiens in wezen onverklaarbare haat tegenover de
zusterpartij Vlaams Belang veel zegt over de irrationele arrogantie van een
postmodern soort bonapartisme.

De Vlaamse beweging heeft door haar geschiedenis heen wel meer van zulke kansen
gemist, vooral dan het uitspelen van haar meerderheid. Die onbenutte kans deed
zich altijd opnieuw voor op het moment dat zich een nieuw Vlaams establishment begon
te vormen: ik denk in dit verband spontaan aan de Vlaams-nationalist Hugo
Schiltz, die de potentiële Vlaamse macht ook aan zijn neus voorbij liet gaan door
zich als halve belgicist te kwalificeren. Toen hij begin 1980 tijdens een
Belgische week in Groningen achteraf door het Belgische establishment
symbolisch aanvaard werd wegens zijn verrassende belgicistische uitroep ‘Leve
Groningen. Leve België’, dit allicht als Wiedergutmachung voor een wat
ongelukkige Vlaamse uitspraak tegen Wallonië en Brussel, waarvoor hij door het
Hof onrechtstreeks op de vingers werd getikt. Zo zijn Vlamingen immers:
kop-in-kas-slaafjes, gewillige schapen die makkelijk te scheren zijn, altijd
een loyale knechtenhouding, onderdanigheid en serviliteit tegenover de Francofonie.
Ook als nieuw establishment blijven ze knikken, ook al lezen ze Michels en
Pareto, ze blijven een dociel establishment…

In de zestiende eeuw schreef Etienne de La Boétie een ‘Vertoog over de
vrijwillige slavernij’. Hij zou aan de Vlamingen (‘Vlamen’ schreef Jeroen
Brouwers raillerend toen hij de teksten van zowat alle Vlaamse auteurs
taalkundig en anderszins moest corrigeren en verbeteren) een hele kluif hebben
gehad.

Bij deze nieuwe regering zijn er drie hoofdrolspelers:
Conner Rousseau (sociaaldemocraat, of – wie zal het zeggen?! – toch socialist,
maar zeker dure posterboy vol rituele en obsolete woorden), Georges-Louis
Bouchez (een donkerblauwe liberaal, een pure belgicist die geen woord
Nederlands praat) en imperator Bart De Wever zélf, in zijn diepste gedachten
een Romeinse Augustus, of toch eerder een Caesar? Aan zijn dwingelandij en
verachting voor het Vlaams belang af te lezen dan toch eerder het tweede.   
De eerste, Conner Rousseau, speelt fel boven zijn gewicht maar wordt door De
Wever, en niet alleen hij, de hand boven het hoofd gehouden omdat hij hem
getalsmatig nodig heeft (het Vlaams Belang mag immers niet in aanmerking komen,
en er is een wat merkwaardige chemie tussen De Wever en Rousseau, ook al
vervloekte De Wever een aantal jaar geleden hartgrondig het socialisme).
Bouchez is zoals bekend een ongeleid projectiel (un trouble-fête in het Frans…);
als partijleider van de Waalse liberalen (MR, Mouvement Réformateur) leidt hij als
niet-minister vanop de zijlijn voor een stuk de federale dans.

De actuele op- en aanmerkingen op het nieuwe
regeerakkoord van de oppositie snijden soms hout. In België bijvoorbeeld staat
in elk regeerakkoord steevast geschreven dat er via de economische maatregelen
die men neemt veel terugverdieneffecten zullen zijn. Dat massaal terugverdienen
gebeurt nooit, maar voor de make-up van de begroting (vandaag een tekort van meer
dan honderd procent van het BNP, bij jullie zowat zestig procent…) is het een ritueel
waarin allicht niemand nog gelooft. Over één van die maatregelen (namelijk de
meerwaardebelasting) was het al na één dag hommeles en bonje tussen liberalen
(Bouchez) en socialisten (Frank Vandenbroucke, de zurigste van alle ministers,
de schrik van de medische sector – een azijnpisser zegt men in ’t Vlaams), en
wel over de interpretatie ervan. Vlamingen schrijven nogal onduidelijk,
vandaar. Het heeft natuurlijk zijn voordelen: men kan er vaak meer kanten mee
uit, en dat is altijd meegenomen voor de achterban.

De Wever, die het altijd heeft over
confederalisme (vul zelf de inhoud ervan in, want er zijn tsunami’s definities
van) en zijn visie erop (die verandert met de dag of met zijn donker humeur),
heeft ook nu weer de core business van zijn partij in de diepvries gestoken.
Hij staat nu als opperbobo van de Vlamingen aan het hoofd van een Belgische
regering, ondanks het droge feit dat in Artikel 1 van de statuten van de NV-A
expressis verbis staat: ‘De Belgische constructie biedt voor ons geen enkele
meerwaarde, wel integendeel’. Zijn ‘paladijnse’ achterban is echter zo blind dat
ze De Wever aanzien voor een slimme strateeg, het epitheton dat de media op hem
plakken. Ondanks zijn kleine overwinning op het Vlaams Belang in de pas
gehouden federale verkiezingen (mede dankzij de steun en de perverse
medewerking van alle media die zelfs hun human interest-programma’s op hem
afstelden) verloor zijn partij al heel wat procenten ten opzichte van een
decennium geleden. Alleen de Wever kent blijkbaar het recept dat Vlaanderen
moet redden door België – dit on-land – te behouden. Het blijft al meer dan een
decennium een goed bewaard geheim.

Al in 1912 schreef de politicus en journalist Jules Destrée (BWP, Belgische
Werklieden Partij) zijn beruchte ‘Lettre au Roi’, zijn vrij lange brief aan
Albert I waarin hij betoogde dat het land België een misbaksel is. Het is immers,
voeg ik eraan toe, het resultaat van sluwe diplomatie en van veel Franse hulp,
een land waarin de Franstaligen neerkeken (en nog ten dele) op de Vlaming. België
is een land, zo schreef Destrée, bestaande uit twee verschillende volkeren, een
Waals en een Vlaams, twee verschillende democratieën zou De Wever later zeggen,
een land waarvan Destrée zelfs de respectieve talen een totaal verschillende
kwalificatie toediende: het Vlaams is traag, het Waals is rap en revolutionair
(frondeur de l’autorité….). Sire, er zijn geen Belgen….

De federale regering De Wever wil de krankzinnige Green Deal in zijn
algemeenheid behouden, ook al worden de kerncentrales teruggehaald, nadat ze na
twee decennia gesloten en verkwanseld werden door de slechtste politicus die
België ooit gehad heeft, de liberale brulboei Guy Verhofstadt. Immers, er is
ook nog de Vlaamse regering met haar dogmatische groene regelzucht: straffer willen
doen dan wat de EU-sovjetcommissarissen voor ogen hebben, en dus gretig mee
Europa verzwakken. In die zin is er tussen federaal en de Vlaamse regering
weinig verschil. Geen drill, baby, drill…

De Wever zei ooit dat men gelukkig kan zijn in het nastreven van macht. Het
lijkt erop dat dit uiteindelijk zijn enige drijfveer is omdat hij de kern van
zijn eigen NV-A-programma de nek omwringt en meent dat sociaaleconomische
hervormingen als vanzelf tot twee staten zal leiden. De Wevers virtu is
Machiavelliaans angehaucht, maar dan op zijn slechtst.

Brussel laat ik even buiten beschouwing. Die stad is aan een buitenstaander
niet uit te leggen en is constitutioneel vermicelli. Daar woont de islam opdringerig
en griezelig te midden van Nederlandstalige Dansaert-Vlamingen, politiek correcte
woke-Vlamen met lokaal-kosmopolitische inslag, en Franstaligen die hun kinderen
wel naar Vlaams gesubsidieerde scholen sturen omdat daar tenminste nog een
beetje fatsoenlijk onderwijs wordt gegeven.
In het regeerakkoord staat de fusie van de zes (!) politiezones -zes
politiezones voor een oppervlakte die kleiner is dan groot-Antwerpen, een regeringswens
die ingaat tégen de meeste Brusselse Franstalige partijen, een wens ook die met
veel miserie gepaard zal gaan omdat Brussel met zijn negentien gemeenten en
zijn zes politiezones dan ook zes en meer politie-opperhoofden heeft en
negentien recalcitrante burgemeesters, in het Brusselse ‘patois‘ of jargon en in
de Brusselse folklore ‘beulemansen’ genoemd. Die burgemeesters zijn welbeschouwd
figuren uit de strips van Nero, Suske en Wiske of Asterix… Maar dan wel figuren
met belachelijk veel arrogantie en macht.

Toch nog even dit voor onze Nederlandse vrienden: in de Brusselse ziekenhuizen
wordt de taalwetgeving vaak niet nageleefd en kan een Vlaming dikwijls niet
terecht in de eigen taal. Dat is al decennia zo, ondanks alle taalwetten, en
men wil dat veranderen. Het failliete, geïslamiseerde en door drugsgeweld
geteisterde Brussel doet nu eenmaal waar het zin in heeft, al leeft het
gedachteloos op de kosten van Vlaanderen. Bonne chance, maar er komt dus niets van
de naleving van de taalwetgeving. Tenzij men het onder dreiging van
kalasjnikovs doet: dat is men daar toch gewoon.

Een laatste, maar belangrijk punt: migratie. Ook weer dure woorden die we al twintig
jaar horen en waarbij een kat geen kat genoemd wordt, een uitdrukking die
Vlamingen graag een beetje verbasterd gebruiken en die dus uit het Frans komt
(appeler un chat un chat…). De islam, volgens Bart De Wever “geen enge godsdienst”,
is weer de onbenoemde olifant in de kamer. In de finale versie van het
regeerakkoord werd de term ‘islamofobie’ geschrapt (in de voorlaatste versie
stond de term er nog in), maar ‘bijgevolg’ ook de term antisemitisme…
Ik zou de nieuwe ministers aanraden het beste boek over ‘islamofobie’ te lezen,
het werk van de Nederlandse essayist Frans Groenendijk: ‘Islamofobie? Een
nuchter antwoord’(2010). Misschien als bijlage bij het regeerakkoord? En een
opt-out zoals Denemarken in 1992 bedong inzake het asielbeleid vindt men in het
regeerakkoord nergens terug, ook al koketteert men nu graag met dat land (dat
Groenland bijna kwijt is…). En nog even dit: in Brussel vindt met reeds verkeersborden
met Arabische tekst: kwestie allicht van de juiste weg naar de moskee te
vinden.

Tot slot: Orwell, die de laatste decennia weer uit zijn graf is opgestaan, zou
verlekkerd toekijken op dit regeerakkoord waarin een ‘meerwaardebelasting’ in
een ‘solidariteitsbijdrage’ kon worden omgetoverd. ‘Il faut le faire’, zeggen
ze in ’t Vlaams Frans.

Wim van Rooy (1947) is een Vlaamse schrijver, publicist en criticus van islamisering, multiculturalisme en de Belgische staat. Hij schreef onder meer De malaise van de multiculturaliteit en Waarover men niet spreekt, waarin hij waarschuwt voor de gevaren van politieke correctheid en de ondermijning van de westerse waarden. Van Rooy is de vader van Sam van Rooy, Vlaams Belang-politicus en fractieleider in de Antwerpse gemeenteraad en Kamerlid in het federale parlement.


Source: https://www.dagelijksestandaard.nl/opinie/wim-van-rooy-de-wever-en-zijn-nep-nationalisme-vlaanderen-blijft-braaf-de-belgische-rekening-betalen

.


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

wil jij op de hoogete blijven?
(Nieuwsbrief)
Rumble is de main page
https://rumble.com/hnmda/live
Follow/subscribe daar, om op de
hoogte te blijven van nieuwe uitzendingen
Twitch
https://www.twitch.tv/hnmda
Als je mee wil doen in de chat.
FB
https://www.facebook.com/JWHNMDA/
De nieuwsbrief is weer gehacked.
Geen gegevens buit mijn gegevens weg!