De nu 63-jarige Sandra Hemme werd in 1980 tot levenslang veroordeeld voor de moord op Patricia Jeschke, een 31-jarige bibliothecaresse. Die veroordeling werd vorige maand vernietigd nadat bleek dat de vrouw haar bekentenissen had afgelegd om de doodstraf te ontlopen.
Sandra Hemme was pas een dag eerder, na een zoveelste opname, uit een psychiatrische instelling ontslagen toen Patricia Jeschke dood werd aangetroffen. Naakt. Met een panty om haar hals. Aanwijzingen dat de twee elkaar kenden of elkaar ooit hadden ontmoet waren er niet. Maar Hemme werd twee weken later in verwarde toestand opgepakt nadat ze met een mes op straat had rondgelopen. Ze legde gedeeltelijke bekentenissen af bij de politie en pleitte schuldig aan de moord om te kunnen ontsnappen aan de doodstraf.
“Haar veroordeling is gebaseerd op een volstrekt tegenstrijdige en feitelijk onmogelijke bekentenis”
Innocence Project
Bij gebrek aan fysiek bewijs werd ze enkel op basis van haar eigen bekentenis veroordeeld. Hemme liet dit al in 1980 in een brief weten aan haar ouders: “Ook al ben ik onschuldig, ze willen iemand opsluiten. Dan kunnen ze zeggen dat de zaak is opgelost. Laat het alsjeblieft eindigen, ik ben moe.” Levenslang luidde het verdict.
Psychiatrische toestand
In januari van dit jaar kwam de juridische organisatie Innocence Project met nieuwe elementen in de zaak. In een document van 147 pagina’s werd gewezen op de “volstrekt tegenstrijdige en feitelijk onmogelijke” bekentenis van Hemme. Ook werd gesteld dat er geen rekening werd gehouden met haar psychiatrische toestand. (Lees verder onder haar foto)
Sandra Hemme. — © AP
De bekentenis zou afgelegd zijn terwijl Hemme onder invloed was van medicatie. De politie “misbruikte haar geestesziekte en dwong haar valse verklaringen af te leggen terwijl ze verdoofd was en behandeld werd met antipsychotische medicijnen”, zegt een van haar advocaten. Haar ondervragers hadden zelf opgemerkt dat het leek alsof ze vragen niet begreep.
Andere verdachte
Inmiddels bleek ook dat er al die jaren bewijsmateriaal is achtergehouden dat in de richting van een andere verdachte wijst. Het gaat om een lokale politieagent die op de dag van de moord heeft geprobeerd om de kredietkaart te gebruiken van het slachtoffer. Ook zagen getuigen zijn auto bij het huis van de vrouw en bleek het alibi dat hij opgaf niet te kloppen. Bovendien werden bij hem thuis de oorbellen van de vermoorde vrouw gevonden. De agent is later ontslagen om andere vergrijpen, hij overleed in 2015.
De rechters in Missouri spraken in hun vonnis in juni van “duidelijk en overtuigend bewijs” voor de onschuld van Hemme. De Republikeinse procureur-generaal wil haar achter de tralies houden, maar moet in afwachting van een herziening van de zaak haar vrijlating voorbereiden, oordeelt de rechtbank. De advocaten van de verdediging hopen de vrouw nu snel te kunnen herenigen met haar familie, na wat ze de langste onterechte veroordeling ooit voor een vrouw in de Verenigde Staten noemen.
