“Het begon allemaal in Israël. Toen het haar van Carmen Tal beschadigd raakte na een kleurbehandeling, bleek dat een zegen. Een stilist in een kapsalon in Tel Aviv redde Tal door haar haar te behandelen met arganolie. Het was onmiddellijk gered.”

Zo beschrijft The Jerusalem Post het ontstaansverhaal van Moroccanoil. Carmen Tal woonde toen in Montreal (Canada), waar ze zelf een kapsalon uitbaatte. Samen met haar toenmalige echtgenoot Ofer Tal kocht ze het Israëlische bedrijf dat de olie verkocht en herdoopte ze het tot ‘Moroccanoil Israel’.

De zaden van de arganboom© Shutterstock

Rechtszaken

De naam van de olie is niet zo vergezocht: de arganboom groeit alleen in het zuidwesten van Marokko, waar vrouwen de zaden al eeuwenlang oogsten en persen. Maar de keuze wekte wel controverse op in Marokko. Toen het merk internationaal doorbrak, vroeg de vereniging van Marokkaanse olieproducenten aan de overheid om juridische stappen te ondernemen. Want arganolie is een beschermd product, vergelijkbaar met champagne: die schuimwijn mag alleen zo heten als ze ook echt uit de Champagne-streek komt. De arganolie van Moroccanoil zou wel degelijk in Marokko zelf geoogst worden, maar de producten zijn ‘made in Israël’.

Tot een rechtszaak met Marokko kwam het nooit, want Moroccanoil bestond al vóór arganolie geografisch beschermd werd. Maar zelf diende het bedrijf al verschillende keren een klacht in tegen bedrijven die het woord ‘Moroccan’ durfden te gebruiken. Tegen Aldi bijvoorbeeld, omdat er in de Australische Aldi’s blauwe flessen met ‘Moroccan Argan Oil’ in de rekken liggen. Aldi ging in de tegenaanval door een klacht in te dienen tegen het feit dat een puur beschrijvende naam als ‘Moroccanoil’ een geregistreerd merk kon zijn. In beide zaken kregen de klagers ongelijk: ‘Moroccanoil’ blijft geregistreerd, en ook Aldi mag ‘Moroccan Argan Oil’ blijven gebruiken.

Ook tijdens interviews is de oranje M in beeld.© AFP

Slecht nieuws, krullebollen

De Canadese ngo CJPME, die strijdt voor de Palestijnse zaak en op haar website tips geeft over hoe je Israël kan boycotten, heeft Moroccanoil op zijn lijst staan. “Sommige van hun producten zijn made in Israël, maar het bedrijf weigert vrij te geven of die gemaakt worden in bezette gebieden”, klinkt het. Een reportage op CNN had het over een fabriek op “twee uur ten noorden van Jeruzalem”.

Het zijn al die elementen die ertoe leiden dat er op het internet veel weerstand bestaat tegen het feit dat een Israëlisch bedrijf hoofdsponsor is van het Eurovisiesongfestival. “Slecht nieuws, krullebollen: Moroccanoil is made in Israel “, klinkt het onder meer. Op heel wat fora en sociale mediakanalen roepen internetgebruikers op om het merk te boycotten. Sommigen wijzen de herkomst van de hoofdsponsor aan als reden waarom Israël ondanks alle protest toch mag deelnemen aan de liedjeswedstrijd. Zelf houdt het bedrijf zich naar buiten toe uit de discussie.

Door NieuwsBlad

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *