2. Fatbikes zijn zwaarder dan gewone fietsen en vereisen meer spierkracht om te hanteren. Wees voorzichtig bij het optillen, op- en afstappen van de fiets, want dit is vaak het moment waarop verwondingen ontstaan, met name bij oudere en jongere rijders.
3. Leer hoe je je fatbike bedient en zorg dat deze goed is afgesteld voor comfort en veiligheid. Maak jezelf vertrouwd met de bedieningselementen en functies van de fiets, inclusief de motor en de accu.
4. Maak een testrit in een veilige omgeving om vertrouwd te raken met de bediening van de fiets. Als je een tijdje niet op een fiets hebt gezeten, kies dan een makkelijk pad om je vaardigheden en zelfvertrouwen op te bouwen voordat je meer technische paden aanpakt.
5. Gebruik de trapondersteuningsmodus en pas het ondersteuningsniveau aan op je rijbehoeften, terrein en conditieniveau. Onthoud: rijden in “turbo” zal de batterij sneller leegtrekken dan in “eco”-modi.
6. Houd het batterijniveau in de gaten en plan je rit dienovereenkomstig om te voorkomen dat de batterij te leeg raakt. Houd er rekening mee dat omgevingsfactoren je batterijgebruik op een bepaalde dag kunnen veranderen, bijvoorbeeld wind, trailoppervlak (grind versus asfalt), hardheid van trailoppervlak (nat grind versus droog) en helling. Raak niet in paniek als je batterij leeg raakt! Fatbikes kunnen zonder motor worden bereden, ze zijn gewoon zwaar en hard werk om te trappen en bergopwaarts te duwen.
7. Gebruik de versnellingen om je trapkracht en snelheid aan te passen, net als op een standaardfiets. Vertrouw niet alleen op de verschillende trapondersteuningsinstellingen. Gebruik een lage versnelling wanneer je wegrijdt bij een kruising of bergop. Je moet beginnen met trappen voordat de ondersteuning in werking treedt, dus wees voorbereid op de toename in vermogen en acceleratie.
8. Rem voorzichtig en geleidelijk, aangezien fatbikes zwaarder zijn dan gewone fietsen en de remafstanden langer kunnen zijn dan bij een traditionele fiets. Anticipeer dus op obstakels en houd een veilige volgafstand aan tussen andere fietsers.
9. Omdat je sneller kunt gaan met de hulp van een motor, zul je moeten leren hoe je bochten anders aanpakt dan op een standaardfiets en hoe je moet voorkomen dat je te snel de bocht in- en uitgaat. Laat je bel rinkelen of roep wanneer je een scherpe bocht nadert om anderen te waarschuwen voor je nadering.
10. Vermijd het overbelasten van de fatbike met te veel gewicht of vracht, vooral bij meerdaagse tochten of bikepacking. Wees je ervan bewust dat het dragen van een rugzak je soms uit balans kan brengen.
Source: https://www.dagelijksestandaard.nl/economie/zo-rijd-je-veilig-op-je-fatbike
.