Dinsdag vonden er nieuwe pro-Europese protesten plaats in de hoofdstad van Georgië, Tbilisi. De Georgische politie moest een waterkanon en traangas inzetten om de demonstranten onder controle te houden. De betogers hadden Europese vlaggen bij zich en gooiden vuurwerk naar het parlementsgebouw.
Deze demonstraties zijn een reactie op het besluit van de regering om de toetredingsonderhandelingen met de EU te bevriezen en geen geld van de EU meer aan te nemen. De betogers zijn bezorgd over de groeiende Russische invloed op hun land.
Opvallend is dat partijleider Mamuka Mdinaradze van de Georgische Droom heeft verklaard dat bijna een derde van de mensen die deelnemen aan de protesten niet uit Georgië komt. Hij vroeg zich af wat er aan de hand is en waarom zoveel buitenlanders betrokken zijn bij de demonstraties. Premier Irakli Kobakhidze beweerde ook dat de EU Georgië heeft proberen te chanteren door te dreigen de toetredingsgesprekken te stoppen als bepaalde wetten niet werden ingetrokken.
De situatie in Georgië roept vragen op over de dubbele standaarden in de internationale gemeenschap. Waarom worden de mensen die het Amerikaanse Capitool bestormden als kwaadaardig bestempeld, terwijl degenen die het parlement in Georgië in brand proberen te steken en te bestormen worden geprezen als helden van de democratie?
Het is duidelijk dat er onrust heerst in Georgië en dat de situatie complex is. De politieke spanningen en de betrokkenheid van buitenlandse actoren maken het moeilijk om een duidelijk beeld te krijgen van wat er precies gaande is. Het is belangrijk om de ontwikkelingen in Georgië nauwlettend te blijven volgen en te hopen op een vreedzame oplossing voor alle betrokken partijen.
.
