In haar boek Gesluierde jaren – verloren vrijheid, verborgen liefde vertelt Shohreh Feshtali (1970) het verhaal van haar zorgeloze kindertijd in het Perzië van sjah Mohammed Reza Pahlavi en de regimechange in 1979 toen het land veranderde in de streng religieus-fundamentalistische staat Iran onder Ayatollah Khomeini. Voor pubers was de dictatuur extreem onderdrukkend, speciaal voor meisjes: in het openbaar mochten ze niet ongesluierd rondlopen en oogcontact met mannen was verboden. Het boek is een ode aan de jonge mensen van wie het leven voor niets werd afgepakt, aan de mensen van wie de namen worden genoemd en die er niet meer zijn. In de studio van Café Weltschmerz in Schiphol-Rijk vertelt Shohreh Feshtali meer over haar geschiedenis, haar aspiraties en haar visie op de nieuwe media.

Ik was negen toen de machtsovername plaatsvond. Ik kan mij nog goed herinneren dat meisjes en vrouwen in korte rokken op straat liepen en dat jongens broeken met wijde pijpen droegen. We waren vrij, we hadden dans- en muziekles op school. Een jaar later kreeg je zweepslagen als je in je eigen huis naar muziek luisterde. Ik heb de kanteling heel bewust meegemaakt. In de snel aangeleverde nieuwe schoolboeken was de inhoud van de geschiedenis veranderd. Wat eerst als goed werd onderwezen, was nu verkeerd en andersom. Ik vertrouwde niks meer.

Toen ik 22 was, ben ik met mijn toenmalige man gevlucht. In zijn boekhandel verkocht hij een gekopieerde versie van De Duivelsverzen van Salman Rushdie, een verboden boek in Iran. Hij werd verraden en daarom moesten we hals over kop onderduiken en vluchten. De smokkelaars bepaalden in welk land je terechtkwam, tenzij je nog veel meer geld neertelde, dan had je enigszins keus. Als ik erop terugkijk, is het net alsof ik in een roes leefde. Wij zijn in Nederland uit de trein gezet. Onze begeleider zei: ‘Zoek een politieagent en zeg dat je een vluchteling bent’. Daarna ging hij snel weg en ontdekten we dat we in Maastricht waren beland.

Mijn contact met Iran is nog altijd sterk. Dagelijks spreek ik mensen en ik krijg veel mails, soms wel tientallen per dag. Na de aanval van Israël op het Iraanse consulaat in Damascus op 1 april en de tegenaanval van Iran is het voor mij heel raar om te zien dat ineens de hele wereld van mening lijkt dat Iran het recht zou hebben om zichzelf te verdedigen. Want over wie heb je het als het over Iran gaat? Heb je het over het regime of heb je het over de bevolking? Als je over de Iraniërs spreekt, wie bedoel je dan? Er is een Iraans regime en er is een Iraanse bevolking, dat zijn twee heel verschillende begrippen. De hulpvraag van de bevolking wordt al 45 jaar genegeerd. Waar waren de mensenrechtenactivisten de afgelopen jaren toen de bevolking de straat opging om te protesteren? Zoals in 2022 tegen de aanhouding van Masha Amini wegens het niet naleven van de hidjab voorschriften? Wat is er gebeurd waardoor zij op het politiebureau is overleden? Tijdens de protesten daartegen werden 1800 mensen aangehouden van wie er nu nog iedere week een paar worden opgehangen zonder veroordeling. Zomaar. Als waarschuwing voor wat je kunt verwachten als je je mond opentrekt. En dan te bedenken dat Iran in 2023 door de Verenigde Naties verkozen werd als voorzitter van het sociale forum van de mensenrechtenraad!

Er komt woede en pijn in mij naar boven als ik hoor dat de rol van de ayatollahs op het wereldtoneel wordt verdedigd. Er lijkt soms een tendens te zijn om de Brics-landen te verheerlijken, zonder te willen zien dat door de regimes in deze landen miljoenen mensen worden onderdrukt. Overal betaalt de bevolking de prijs. Zowel in Iran, China, Rusland en zelfs in Nederland. De burgers betalen altijd de prijs. Er is een vies spel gaande in de wereld. Ik vind het heel opvallend dat Iran Israël aanvalt op een moment dat Israël steeds meer aan populariteit verliest in de wereld. Omliggende landen als Jordanië en Saoedi-Arabië en ook westerse landen als Amerika, Engeland en Frankrijk hadden veel commentaar op Israël. En dan gaat Iran door een tegenaanval Israël in de slachtofferrol plaatsen zodat de hele wereld weer pro-Israël is. Waarom voer je een actie uit die je vijand versterkt? Niets is wat het lijkt. Ik vertrouw het allemaal niet, noch de aytollah’s, noch Hamas, noch Netanyahu. Maar ik sta wel achter alle mensen, achter de Iraniërs, de Palestijnen en de mensen in Israël.

Het is voor mij moeilijk om te ervaren dat de nieuwe media soms ongenuanceerd een positief geluid over Iran ventileren. Natuurlijk willen wij graag geloven dat er voorvechters zijn die iets doen waardoor wij kunnen worden gered van de globalisten. Maar het is beter om een dieper contact te maken met de situatie en dan pas een conclusie te trekken. Iedereen heeft blinde vlekken en we hebben allemaal onze voorkeuren. Zelf leer ik steeds beter mij niet vanuit emotie uit te spreken, maar vanuit verstand en vanuit mijn hart. Ik zal mij altijd blijven uitspreken, ook als mijn geluid afwijkt van de gewenste opvatting.

Vanaf de coronatijd ben ik mij gaan uitspreken over de situatie, over wat ik zag gebeuren. Ik zag veel parallellen met wat ik eerder in Iran had gezien. Tot mijn verbazing waren er, ondanks de Nederlandse nuchterheid, niet erg veel die het ook zagen. Dat vond ik vreemd. Ik had niet verwacht dat er zoveel mensen zouden intrappen. Mijn boek kwam ook op dat moment uit en mij werd afgeraden mijn stem te laten horen, want dat zou de verkoop van het boek kunnen beïnvloeden. Maar ik wilde waarschuwen, ik kan niet tegen onrecht en ik denk – dat toen dat virus kwam – ik een van de eersten was die zei dat het niet klopte.

Er ontstonden initiatieven zoals Vrouwen voor Vrijheid, waar ik een speech hield op het podium. Ik werd uitgenodigd bij BLCKBX en begon een eigen podcast, the Zi talk. Zi zijn de laatste letters van mijn eerste achternaam. Volledig is mijn achtenaam Shahbazi Feshtali, maar ik gebruik alleen Feshtali omdat dat makkelijker klinkt in Nederland. The Zi talk verwijst dus naar Shahbazi. Ik wilde dieper ingaan op bepaalde onderwerpen en nodigde gasten uit voor informatieve en menselijke gesprekken. Op enig moment belde Max von Kreyfelt mij en dat betekende dat ik voor Café Weltschmerz ging interviewen. Ik heb daar anderhalf jaar als vrijwilliger gewerkt. Dat kon ik financieel niet meer volhouden, ook omdat ik voor reguliere banen afgewezen werd met als reden dat ik een gezicht was van Café Weltschmerz. Toen kreeg ik een tijdelijk contract. Interviews voor mijn boek werden bij de mainstream televisie voor het merendeel afgezegd, net als bij tijdschriften. Door slechts enkele media werd ik wel gehoord, zoals bij het tv-programma Vandaag Inside met Wilfred Genee en ook door de Telegraaf.

Nadat duidelijk was dat Max von Kreyfelt het pioniersfplatform van de alternatieve nieuwsmedia ging verlaten, werd ik gevraagd zijn opvolger te zijn. Ik heb dat na een lange aarzeling aanvaard. Na een moeizame stille periode ben ik nu samen met het nieuwe team bezig om weer nieuw leven in Weltschmerz te blazen. Ik wil graag dat de identiteit behouden blijft en ik wil verdiepende gesprekken uitzenden van genodigden met kennis en wijsheid. We willen daar graag hoop aan toevoegen en ons vooral ook richten op de jeugd die op school wordt gemanipuleerd en te weinig kans krijgt om de waarheid te ontdekken. Ik wil het niet alleen hebben over wat er misgaat, maar vooral over wat we allemaal nog kunnen in Nederland. Een platform als dit bestaat niet in Iran, niet in Rusland, in Palestina of zelfs Israël. Wij kunnen ons in Nederland nog uitspreken en daarom moeten we onze mogelijkheden ten volle benutten. In plaats van te klagen en in angst te zitten voor de toekomst, kunnen we beter de handen uit de mouwen steken en ultiem gebruikmaken van de kansen die er zijn. Ons losmaken van de afhankelijkheid van de overheid. Op kleinschalige basis kunnen we alles, we kunnen zelf echt alles.

Heel graag zou ik meer samenwerking zien tussen de nieuwe media. Samenwerken met andere platforms is echt mijn droom. Zoals verbinding tussen mensen onderling belangrijk is, kunnen wij als nieuwe media ook de verbinding en samenwerking met elkaar aangaan. Ieder heeft een eigen aanpak, een eigen identiteit en die hoeven we niet te verliezen. Ik zou graag met BLCBX samenwerken, met Gezond Verstand en met Ongehoord Nederland. Kijken hoever we kunnen komen. Ik ben heel blij dat er inmiddels een eerste samenwerking is begonnen. De Andere Tafel is een wekelijks praatprogramma over actualiteiten in co-productie tussen Weltschmerz en De Andere Krant.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *