Jonge mensen tussen de 15 en 30 jaar krijgen met DNL een uitdagend programma dat aansluit ‘op de echte wereld’. Ze leren daarmee de regie over hun eigen leven (terug) te krijgen. Terug naar de basis, daarin ligt de oplossing. Gezondheid, relaties, geld en persoonlijk leiderschap zijn de pijlers en lessen worden onmiddellijk in de praktijk gebracht. Olgers: “Zo leren deelnemers patronen herkennen die hun levensgeluk belemmeren. Jongens en meiden volgen aparte programma’s, omdat mannen en vrouwen nu eenmaal van elkaar verschillen. Maar beide groepen leren, door te knokken, doelen te stellen en grenzen aan te geven. Vragen waarover ze zich onder andere mogen buigen: “Hoe communiceer ik met anderen? Wat is vriendschap? Hoe beheer ik mijn geld? Hoe hou ik mezelf gezond en hoe slaap ik goed? Welke leugens geloof ik over mijzelf? De lessen worden gegeven door experts op hun vakgebied. Sporten doen ze met wereldkampioenen en ondernemen met oprichters van miljoenenbedrijven. Het schoolsysteem leert hen vooral te reproduceren, niet hoe je zelf kunt nadenken of hoe je gezonde relaties opbouwt.”

“Natuurlijk is er het systeem en al het duister”, vervolgt hij. “Maar het werkelijke virus zijn wij zelf: met onze hebzucht, veelvraterij en ontrouw. En als jij de verleiding niet weerstaat, val je ten prooi aan de tentakels van het systeem. Als jij als jongere niet je demonen, je angst, verdriet of je boosheid kunt aankijken, dan pak je die vape, joint, lijn coke, porno, of wat dan ook.”

Olgers vindt dat iemand vooral antwoorden kan vinden in het dóen. “Het brein is gemaakt om in problemen te denken. Een van de doelen van het leven is ervoor te zorgen dat je steeds grotere problemen aankunt. Je lost ze alleen niet op vanuit het denken. Je kunt een probleem verzinnen, net zoals ik dat ooit heb gedaan: Shit, ik zou wel een landgoed willen waar wij een veilige plek hebben voor jongeren. Maar met boeken lezen of schrijven komt dat landgoed er dan niet. Ik moest eropuit, het spel spelen. Op zeker moment zag ik dat je niet moet vechten tegen het systeem, maar meespelen. Als je een spelletje wilt winnen, moet je de regels goed kennen. Zonder kennis over het systeem loop je continu tegen de muur. Daarnaast is het belangrijk jezelf goed te kennen, dus wat voor type speler ben ik – emotioneel, aanvallend of verdedigend.”

Aan het begin van zijn ondernemerscarrière werkte hij in de beveiliging, als uitsmijter bij Paradiso en bij een speciale eenheid van de politie. Om succesvol te worden moest hij knokken en leren incasseren. “Goede vechters zijn ook heel goed in voelen en op het juiste moment kunnen opgeven, want anders beschadig je. Het feminiene heb ik later meer kunnen integreren. Ik realiseerde me: wacht even, dit is helemaal geen gevecht. Dit is een dans en de muziek is bepaald, maar ik bepaal mijn eigen danspassen. Zo heb ik zachtheid, overgave en vertrouwen kunnen integreren in wat ik al had: doorzetten, sterk zijn en discipline.”

De miljoenen kostende community, gelegen tussen villa’s van de elite en naast het paleis van prinses Beatrix, realiseerde hij zonder één euro van de bank en dankzij menselijke verbinding, zegt hij. “Een klant wist dat de vorige eigenaar het wilde verkopen, dus toen zijn we samen gaan kijken. Vanaf het eerste moment heb ik open kaart gespeeld over de missie en dat we het landgoed wilden financieren met crowdfunding. De eigenaar was open over zíjn financiële uitdagingen, waardoor al snel een match ontstond. Op basis van gemeenschappelijke waarden, hier was dat transparantie, was de verbinding er. Dat is ook ons uitgangspunt bij CODE49, zoeken naar wat ons als mensen verbindt, met respect voor elkaars eigenheid.”

Deze maatschappij is van ‘wij’ naar ‘ik’ gegaan, zegt hij. “Om op een schermpje naar een digitale connectie te zoeken. Dus we kijken niet alleen, maar we kijken ook alléén, alleen op een kamertje.” Olgers noemt het de transformatie van de homo sapiens (de verstandige mens) naar de homo videns (de kijkende mens). “We zijn een kijkende mens geworden, kunnen steeds minder goed nadenken. Alles moet ook snel en zonder gedoe. Hoe denk je ooit iets te krijgen wat de moeite waard is als je elke vorm van moeite doen vermijdt? Deze ontwikkelingen hebben desastreuze gevolgen voor de samenleving. Op individueel niveau zijn we zieker, dikker en depressiever dan ooit.”

In het programma leren jongeren zich een goed zelfbeeld te vormen door zelfbegrip, inzicht te krijgen in relaties, grenzen aangeven en doelen stellen. Zelfkennis is voor Olgers overigens een middel, geen doel. “In de huidige tijd, waar ‘ik’ het grootste is wat er bestaat, zijn ‘wij’ per definitie verloren. Dat zie je nu met de woke-ideologie, maar ook in new age helemaal doorslaan. Ontdekken wie je bent, zoveel mogelijk cursussen doen, mediteren en jezelf zijn. Het klinkt misschien prachtig, maar beide maken van ik een eindstation, een doel. ‘Wat wil ik’ en ‘wie ben ik’ zijn essentiële vragen, maar alleen om je daarna beter te kunnen verbinden met de ander. Vandaaruit kun je iets bijdragen aan je gemeenschap. De mens die gefocust is op het begrijpen van de wereld zonder zichzelf te kennen, raakt verstrikt in de duisternis en loopt tegen muren aan. Je zult eerst helder moeten zien, jezelf in de spiegel aankijken. De valkuil – we zijn er allemaal ingetrapt – is te blijven hangen in de duisternis. Jung zei dat zo mooi: elke seconde dat je in de duisternis kijkt, besef dan dat de duisternis ook in jou kijkt en als je niet oppast, dan word jij duister.”

Aan het einde van de training hebben jongeren grote stappen gezet in hun persoonlijke ontwikkeling en zijn ze fysiek en mentaal gezonder en sterker geworden. Sommigen werken nu in loondienst, anderen zijn ondernemer geworden. Inmiddels bestaan er plannen om CODE49-­locaties op te zetten in Costa Rica, Denver in de Verenigde Staten en Hongarije. Olgers leerde zelf ook veel van het werken met de jongeren, die in hun leven vaak door diepe dalen waren gegaan. “Waarop ik mezelf betrapte, terwijl ik naar die kids zat te kijken, was dat ik dacht: wauw, wat mooi die hoop in hun ogen. Dat vertrouwen en die openheid. Dat was wat ik ook terugkreeg van hun ouders. Toen ik beter bij mezelf ging kijken, zag ik wat me zo raakte: mijn eigen hoop die door de kids werd aangewakkerd. Die hoop kwam voort uit een diepgeworteld geloof dat transformatie van beperkende overtuigingen mogelijk is.”

“Kijk hoe de Berlijnse muur is gevallen”, besluit hij. “Er was een verspreking op live-televisie, waardoor het volk dacht dat de dictatuur voorbij was. De mensen gingen naar de muur en in dolle vreugde begonnen ze te hameren. Het leger was zo verbluft, het enige wat ze nog durfden was waterkanonnen inzetten. De muur viel. Die had dus veel eerder kunnen vallen. Het was puur een ­mindset-knopje in de hoofden van de mensen. Men dacht: we zijn verloren, zij hebben alle wapens. Tijdens de plandemie hebben we ook kunnen zien in welk tempo de massa zijn grondrechten inleverde. De conclusie die we kunnen trekken is dat de muur er zo lang heeft gestaan vanwege een illusie. De illusie was: Wij kunnen het niet beëindigen. Dat was niet waar, dat kon wel.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *