Door de geschiedenis heen hebben landsbestuurders grote sportevenementen aangegrepen als pr-instrument om hun land – of zichzelf – in het meest gunstige daglicht te zetten. Tijdens Euro 2024 krijgen de honderden miljoenen kijkers en voetbalfans echter niet te maken met reclame voor de organiserende staat, Duitsland, maar met onverholen globalistische propaganda. De Sustainable Development Goals (SDG) van de Verenigde Naties zijn volgens bladzijde 9 van het 36 pagina’s tellende beleidsdocument Uefa Euro 2024 Germany Social Responsibility Strategy namelijk de “stuwende kracht” ofwel “de leidende principes” achter Euro 2024.
De Duitse minister van Binnenlandse Zaken Nancy Faeser “verwelkomt het feit dat de Uefa met haar milieu-, sociale en bestuursstrategie voor het EK in Duitsland normen wil stellen voor een duurzaam toernooi”. Dergelijke taal is voor een politicus niet vreemd. Verwonderlijk is wel dat de organisatoren van de Uefa en de DFB, wiens primaire taak het is een voetbaltoernooi te organiseren, zich in de aanloop naar Euro 2024 ook uiten als politici met een agenda. Op de vraag wat het voor toernooi wordt, antwoordt Uefa-voorzitter Aleksander Ceferin: “Groen en milieuvriendelijk. We werken hard om het EK het meest duurzame sporttoernooi aller tijden te maken” Toernooidirecteur Philip Lahm, zelf een legendarische voetballer van Bayern München en in 2014 aanvoerder van wereldkampioen Duitsland, heeft het in de Duitse media over “impact maken op de samenleving door onderwerpen als duurzaamheid, milieu en het algemeen belang onder de aandacht te brengen van fans, die daar vervolgens deel van uit moeten gaan maken”. Een voetbalfan moet volgens de beleidsdocumenten gezien worden als een “promotor van duurzaamheid”.
Veelzeggend is dat in het strategiedocument van het voetbaltoernooi het woord ‘sustainable’ 38 keer voorkomt, en het woord ‘football’ slechts 23 keer. Het kan dan ook geen toeval zijn dat het logo van het toernooi grote overeenkomsten vertoont met het logo van Agenda 2030. Uefa’s focus op de SDG’s komt voort uit het “toegenomen universele bewustzijn van milieuvraagstukken, zoals klimaatverandering; sociale kwesties, zoals racisme en discriminatie; en economische kwesties, zoals onethische bedrijfspraktijken”, staat er.
De komende vier weken, het EK duurt van 14 juni tot 14 juli, kan de voetbalfan dan ook een reeks onophoudelijke aanvallen van al dan niet bewuste SDG-propaganda verwachten op tv. In en rond de stadions is ook een groot aantal maatregelen genomen die passen in de globalistische ideologie. Deels zijn ze te begrijpen, zoals niet onnodig lange reisafstanden voor fans en teams, maar even zo vaak zijn ze ronduit lachwekkend, zoals de “genderneutrale toegangslinies bij alle ingangen, waar aspecten zoals lichaamscontroles vóór het betreden van het stadion worden uitgevoerd zonder verband te houden met binaire beperkingen van genderidentificatie of -expressie”, zo staat het op de site van Euro 2024. Om diezelfde reden zijn er voor het eerst genderneutrale toiletten op diverse plekken in de stadions.
Ook is er veel aandacht voor Europese eenwording, terwijl het EK in beginsel een sportieve strijd tussen soevereine naties is. Bondskanselier Olaf Scholz spreekt echter over “een thuiswedstrijd voor heel Europa”. Toeval of niet, de Duitse regering heeft een strenger vlaggenbeleid afgekondigd. De politie mag niet meer de zwart-rood-gele driekleur voeren op de motor, zoals ze traditioneel gewend was. Uitleg: voor de neutraliteit. Verhuurders moeten toestemming geven om de vlag te laten wapperen, alleen de driekleur met de Duitse adelaar ophangen is verboden. De vlag mag ook niet richting de buren wapperen. In het stadion mogen alleen de vlaggen van de naties die tegen elkaar spelen getoond worden. Speelt Nederland tegen Frankrijk, dan is er dus alleen plaats voor het rood-wit-blauw of het blauw-wit-rood. Er is één uitzondering – zo staat bij de event-guide op de toernooisite – “naast de nationale vlag, mag u ook de regenboogvlag mee naar het stadion nemen”.
Het Duitse nationale team speelt zijn – op papier – uitwedstrijden niet in zwart-wit, maar in een ‘inclusive’ roze-paars, een eerbetoon aan de diversiteit aan geslachten en afkomsten die het multiculturele land rijk is, zo liet Adidas weten. Het ‘woke-shirt’ zorgde voor een grote rel in Duitsland, omdat veel fans het niks vonden, wat door sommigen gelijk werd geduid als racisme. Zo eensgezind is het onder de kledij dus allemaal niet.
Enkele andere maatregelen: de klassieke Duitse halve liters met braadworst moeten steeds meer plaatsmaken voor “veganistische en vegetarische gerechten” en “alcoholvrij-bier”, te vinden bij “gezonde eet- en drinkgelegenheden”. Wc’s mogen alleen nog maar worden doorgespoeld met “licht verontreinigd afvalwater”. Alle stadions beweren gebruik te maken van hernieuwbare energie. Na de wedstrijd worden de stadionlampen sneller uitgeschakeld en journalisten moeten hun verslag snel uittikken, want het stroomverbruik in het International Media Center moet omlaag. In en rond de stadions moeten er verpakkingsvrije producten en herbruikbare bekers zijn. Fans, organisatoren en teams moeten CO2-vervuiling tegengaan, door gebruik te maken van emissiearm vervoer.
Elk deelnemend team moest bij de organisatie een plan indienen hoe de uitstoot te verminderen. Om de “onvermijdelijke uitstoot die met het toernooi gepaard gaat” op te vangen, zal de organisatie geld investeren in “een klimaatfonds”. De organisatoren hebben “diversiteit en inclusiviteit” bevorderd bij het werven van werknemers en vrijwilligers voor Euro 2024, onder het motto “gelijke toegang en gelijke kansen voor iedereen”. De Uefa “streeft ernaar om het EK-toernooi te organiseren in overeenstemming met de internationale mensenrechtenprincipes”. En zo gaat het nog even door.
De Duitstalige reguliere media gaan volledig mee in het narratief. De kritiek komt uit alternatieve hoek, van bijvoorbeeld Apollo News, dat stelt dat de “journalistiek grieven aan de kaak moet stellen en niet alleen maar de politieke agenda moet versterken”. Journalist Jerome Wnuk ergert zich aan het motto van het EK: “Duitsland als thuiswedstrijd voor Europa. Het is een motto dat qua bekrompenheid nauwelijks te overtreffen is. Het laat zien dat de Duitse politiek, zelfs als sportorganisator, aan niets anders kan denken dan conformistische, grijze politieke boodschappen.”
Thomas Renggli van het Zwitserse magazine Die Weltwoche hekelt het idee “dat de fans bij een sportevenement moeten worden heropgevoed op het gebied van voeding en ecologisch gedrag. In het strategiedocument van de Uefa staat bijvoorbeeld dat kijkers moeten worden gesensibiliseerd voor het ‘belang van milieubescherming’. (…) Tegenwoordig is voetbal erg ingewikkeld geworden – en zelfs het nuttigen van een braadworst tijdens de rust is een zeer politieke kwestie.”
Het kritische Duitse platform Journalistenwatch vindt de ideologie achter het toernooi “grenzen aan de waanzin. Een fan die simpelweg de wedstrijden wil volgen, raakt verstrikt in een gigantisch web van min of meer subtiele invloeden en vermaningen door de woke-ideologie. Naar een wedstrijd kijken, een land supporteren en daarvoor mogelijk zelfs ver te reizen in je eigen auto zonder het gevoel te krijgen dat je een rechtse klimaatvernietiger bent, is vrijwel onmogelijk. De tijden van zorgeloos voetbalplezier zijn voorgoed voorbij. De eeuwige linkse nachtmerrie van de politisering van alle gebieden van het leven is uitgekomen. Iedereen die bij zijn volle verstand is, zou dit evenement waar mogelijk moeten boycotten, in het stadion of op tv”.
Het conservatieve medium Junge Freiheit rept niet van het meest duurzame, maar het meest politieke EK aller tijden. “Unisex toiletten, veganistisch eten en een rookverbod. Partners als de Lesbian and Gay Association, de Central Council of Muslims and Queer Football Fans. Uefa en DFB willen een woke-toernooi”.