Sterven is geen kunst. De dood komt vanzelf. Maar goed te sterven, dat is de kunst der kunsten, aldus Plato. Dit citaat kreeg vorig jaar ineens betekenis voor mij vanwege het sterven van mijn beide ouders. Tijdens hun stervensfase waren mijn zus en ik nauw betrokken bij de begeleiding. Hoe doe je dat, zijn met een stervende? Luisteren en stil naast het sterfbed zitten, een aanraking, een blik. Zo verliepen die dagen. Het ging min of meer vanzelf. Wellicht komt het omdat je elkaar goed kent, maar de verpleging en geestelijk verzorgers hadden minstens een net zo groot aandeel in de kwaliteit van het sterven van mijn ouders. Het belangrijkste is dat je alles uit je hart doet, zegt stervensbegeleider Guy Mullens. “Dan kun je het eigenlijk ook nooit ‘fout’ doen. Er is geen oordeel, geen doel, er is zelfs geen methode. Er is alleen ruimte. En er is zachtheid.”
Zijn praktijk en woning bevinden zich op hetzelfde Haarlemse adres. De praktijk van de gezondheids- en stervensbegeleidier is beneden, het woonhuis boven en terwijl Guy daar koffie zet in de open keuken, steekt hij meteen van wal: “Toen ik drie jaar geleden hiernaartoe verhuisde, ben ik vrijwilligerswerk gaan doen. Op een dag, toen ik tevreden was en genoeg had – letterlijk genoeg had – besloot ik in een hospice in Heemstede te gaan werken, een huis waar mensen komen als ze nog maar een korte tijd te leven hebben.”
Eerder woonde hij zeventien jaar in de tropen, waarvan tien in Afrika. Daar bouwde hij hotels en richtte hij een multimediaschool op voor kansarme kinderen. Daarnaast werkte hij in de horeca en de IT. Toen zijn moeder aan het einde van haar leven kwam, werd hij – puur omdat het zo liep – een soort van stervensbegeleider. “Met mama ging dat op een heel natuurlijke manier, nu tien jaar geleden. Ik kreeg die rol, omdat ik daar volgens haar de enige geschikte persoon voor was. Mama lag in een hospice en twee dagen voor ze stierf, zag ze onder invloed van morfine een olifant in de kamer zitten. De dag erna vertelde ze dat het ’s nachts koud was geweest, dat de olifant weg was en dat ‘ze’ binnenkwamen en ‘kleine sneetjes’ hadden gemaakt. Ze had ook allerlei kleuren gezien. Door eigen ervaringen, waarin ik mijn eigen sterven onder ogen had gezien, besefte ik dat haar ziel zich aan het losmaken was van haar lichaam. Online zoekend vond ik een afbeelding waarvan ik dacht dat die paste bij haar proces. ‘Ja, dat is het’, zei ze, ‘dat heb ik gezien’. Toen wist ik dat ze goed op weg was.”
Guy schenkt koffie en vervolgt: “Op het moment dat iemand weet dat hij zal gaan sterven, verandert zijn leven. De meesten denken niet vanuit het perspectief van de dood over het leven na. Diepe vragen over het leven ontstaan meestal als het leven niet meer vanzelfsprekend is. Het zijn de laat komende ‘trage vragen’. Maar weet dat het nooit te laat is, hoe weinig tijd er ook lijkt te zijn. Het ‘nu’ waarin de vragen komen, is altijd het juiste moment om de balans op te maken en om het leven langzaam, voorzichtig en bewust af te sluiten. Om de overgang naar de dood te maken. Samen als het kan, want tranen achtergelaten in eenzaamheid zijn verdriet. Tranen gedeeld met een ander vormen een verhaal. Gedeelde sprakeloosheid is ook een gesprek. Je bent nooit te oud om zachter te sterven dan je voor mogelijk had gehouden. Nooit.”
De drijfveer van Guy Mullens is medemenselijkheid, humaniteit, anderen bijstaan. De huidige tijd wordt gekenmerkt door grote thema’s: ziekteverwekkers, voortschrijdende technologie als Chat GPT en door een opleving op esotherisch vlak. Daarmee is er volgens Guy behoefte aan menselijkheid, zachtheid, kleinheid en verbondenheid. Vooral wanneer mensen gaan sterven. “De definitie van stervensbegeleiding is voor mij subjectief. In de hoedanigheid van begeleider betekent het voor mij dat ik in de ogen van degene die overlijdt of degenen daaromheen, over meer kennis beschik. Dat ik hen daarmee – waar nodig – kan bijstaan.”
De dood en het sterven zijn weinig aanwezig in onze maatschappij, omdat we de dood tijdens het leven liever wegduwen. Dat kan anders volgens Guy: “Bij mij begint stervensbegeleiding in de herfst van het leven, pakweg vanaf 45 jaar. Hoe sta je in het leven, wat heb je nodig om te sterven. Denk erover na. Sterven zou een actief thema moeten zijn in de ontwikkeling van de mens richting zijn winter, richting het laatste stukje naar de dood. Uiteindelijk komt het natuurlijk altijd goed, want we gaan allemaal dood, maar een vorm van voorbereiding gedurende het leven is wat mij betreft wenselijk. Je zou het kunnen vergelijken met onvoorbereid naar een examen gaan. Gekweg zeg ik weleens: Geriatrie begint bij de geboorte.”
Aan stervensbegeleiding zitten verschillende aspecten: lichamelijk, geestelijk-spiritueel en mentaal of psycho-emotioneel. Guy: “Daar hoort praktische vragen stellen ook bij. Heb je gedacht aan het wissen van je internetgeschiedenis, heb je bedacht hoe je de uitvaart wilt, is er een testament?
Misschien belangrijker nog zijn de andere vragen, zoals of er nog wat gedaan moet worden op relationeel niveau. Is er nog familie? Wil je je zus nog zien, of niet? Ja? Wat wil je haar nog zeggen? Schrijf het voor jezelf op. Ook als je het niet gaat zeggen, laat het achter, want alles wat je achterlaat hoef je niet mee te nemen. Niets verdwijnt vanzelf, de laatste stap in iedere systemische structuur, zoals het familieverband, moet worden gezet. En dan hoort het lichamelijke aspect er ook nog bij. De aftakeling, de pijn, het verzorgen en verschonen van de stervende. Het waken.”
Voorbeeld van een recente en intensieve begeleiding van Guy is een vrouw die ALS had, een ongeneeslijke ziekte van de zenuwcellen, waarbij de spieren geleidelijk uitvallen. Zij zou euthanasie gaan krijgen en Guy kwam bij haar thuis: “Ik deed dit als buddy, vrijwilliger. Het zou een paar weken duren, maar uiteindelijk heb ik langer dan een jaar naast haar mogen lopen. Toen ik bij haar kwam, had ze echt het idee dat ze er sneller mee wilde stoppen, maar ik voelde aan alles dat ze nog niet klaar was. Er was hoop. Er was al wel een hoge kwaliteit van geest en ziel, maar toch is ze daarin nog gegroeid in haar laatste jaar. Ook in het contact met haar kinderen. In feite kreeg ik er een rol bij, niet alleen die van stervensbegeleider, maar ook die van ‘gezondheidsbegeleider’. Ik nam bioresonantieapparatuur mee en een microscoop om het bloed te onderzoeken. Mijn taak veranderde, ik was niet alleen meer buddy. Nooit heb ik zo lang iemand mogen begeleiden, het was heel intens. De laatste maanden kon ze alleen nog haar ogen bewegen en communiceren via de spraakcomputer en dan heb je gesprekken waarbij drie zinnen een uur duren, maar wat hebben we gelachen. Ik mocht ook haar uitvaart verzorgen. We hebben haar kist in mijn bus gezet en zijn naar het crematorium gereden. Ik heb haar tot het laatst aan toe, tot aan de oven, begeleid.”
In de tijd van de coronamaatregelen was Guy niet in Nederland, hij gaf les in Indonesië. Na terugkomst merkte hij verandering op bij stervenden. “Het lijkt alsof mensen anders dood gaan dan vroeger. We kennen de verhalen over bloedklontering en snelle kankers. In samenspraak met collega’s uit de gezondheidsbegeleiding, dus uit de alternatieve therapeutenhoek, zijn we het er allemaal over eens dat de ziektebeelden veranderd zijn in de afgelopen jaren. We mogen er niet aan twijfelen dat de manier van sterven aan het verschuiven is: trend is dat mensen sneller en gemakkelijker grijpen naar euthanasie en palliatieve sedatie. Laten we de andere manieren niet vergeten. Ik sta er helemaal achter, mensen te ondersteunen die zonder middelen willen sterven, op eigen kracht de pijn willen omarmen en bewust afzien van eten en drinken. Afzien van Eten en Drinken, AED, is een heldere manier van sterven. Maar als mensen bang zijn voor pijn, heb ik daar geen oordeel over. Het belangrijkste is dat mensen mogen sterven onder hun eigen regie. We gaan op enig moment dood, memento mori, gedenk te sterven. Memento mori 2.0 is je eigen einde met open ogen tegemoet zien. Wees voorbereid.”