den demissionair zijn, de ministers werken gestaag door aan de ‘grote verbouwing van Nederland’. De ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) hebben een “gebiedsgerichte aanpak” ontwikkeld “om de opgaven voor natuur, stikstof, water en klimaat te halen”. Daarvoor is ruim 24 miljard euro beschikbaar. De uitvoering ligt in handen van “provincies, gemeenten, waterschappen, ondernemers en terreinbeheerders”. Hoewel het NPLG nog in de ontwerpfase zit, ontvangen provincies al geld voor de uitvoering ervan en zijn ze al bezig met de implementatie, vertelt Allard Andela. De aan Wageningen afgestudeerde landbouwkundige die zijn hele leven gewerkt heeft aan het opzetten van duurzame voedselsystemen, is een van de initiatiefnemers van een grassrootsstichting die in 2022 werd opgericht, de Stichting Samenleving, Landbouw en Natuur (SLN), waarbij honderden experts, (ex-)boeren, (ex-)bestuurders en burgers betrokken zijn. De stichting maakt zich grote zorgen over de impact die het NPLG zal hebben op het landelijk gebied en heeft hierover onlangs een zienswijze ingediend bij het ministerie van LNV. Volgens Andela wordt het voor boeren domweg onmogelijk nog landbouw te bedrijven als het NPLG wordt doorgevoerd. “Weg is weg”, waarschuwt hij. “Ik heb het gezien: boerderijen worden ontmanteld, afgebroken en komen niet terug. Wij staan voor behoud van de Nederlandse voedselvoorziening en evenwichtige samenleving in stad en buitengebied. Dat gaat juist prima hand in hand met de natuur. Dat doet het al eeuwenlang.” Andela sprak met De Andere Krant over het werk van de stichting.
Wat hopen jullie te bereiken met deze lobby?
Momenteel is het onduidelijk welke impact het beleid gaat hebben op de boeren en bedrijven die zich bevinden in de omgeving van Natura 2000-gebieden. We weten ook niet wat de gevolgen zijn voor maatschappelijke groeperingen in het buitengebied. Waarom dan toch rücksichtslos implementeren? Ons doel is dat er evenwichtiger naar de strenge waterkwaliteits- en stikstofnormeringen worden gekeken. Die mogen wat ons betreft op de schop. Verder zou het plan breder getrokken moeten worden. Belanghebbende bedrijfssectoren in de provincies en maatschappelijke groeperingen zouden bij de verdere ontwerpfase en implementatie van NPLG betrokken moeten worden.
Waarom is dit volgens jou niet gebeurd?
Het NPLG is geschreven is door ecologen die al dertig jaar lang uitsluitend oog hebben voor behoud van natuur en biodiversiteit, zonder rekening te houden met andere cruciale maatschappelijke aspecten zoals voedselvoorziening, werkgelegenheid en leefbaarheid op het platteland. Het is net als in de coronatijd. Toen hadden epidemiologen en medici het eigenlijk voor het zeggen. Nu zijn het de ecologen die de argeloze regering en politici bij de hand nemen, die er kennelijk alleen voor open staan om de natuur te beschermen, zonder een afweging te maken welke consequenties er zijn voor bewoners van het buitengebied, onze voedselvoorziening, het welzijn van boerengezinnen en de grote aanverwante werkgelegenheid.
Wat zou er vooral moeten veranderen in dit plan?
De beschrijving van de uitgangssituatie en de werkwijze voor monitoring van de effectiviteit van het miljarden verslindende NPLG ontbreekt. De kern is dat de stikstof- en waterkwaliteitsnormen niet deugen, omdat ze niet zijn afgestemd op onze samenleving. Af en toe is er een waterschap dat zegt: we moeten toch meer meten. Of een provinciebestuur dat bedenkt: klopt die norm wel? Die worden bedacht door het RIVM vanuit een situatie hoe het volgens hen idealiter zou moeten zijn, uitsluitend geredeneerd vanuit het belang van de natuur. Demissionair minister voor Natuur en Stikstof Christianne van der Wal, zei dat de normeringen zelfs nog strenger zouden mogen. Die uitspraak deed ze naar aanleiding van onderzoeken, uitgevoerd in dunbevolkte gebieden in Noord-Canada en Schotland over stikstofgevoeligheid van planten. De situatie in die landen is natuurlijk niet te vergelijken met de Nederlandse situatie. Wij zitten met 18 miljoen mensen en zijn de zesde economie van Europa. Normen en bepalingen waarop het NPLG is gebaseerd, worden in een laboratorium bedacht en vervolgens door het ministerie van Landbouw en de politiek wettelijk ingevoerd. Dat is ‘labwijsheid’ die je niet kunt toepassen in een samenleving als die van ons, daarom loopt dit beleid gierend vast. Bovendien zijn metingen over de effectiviteit van het beleid niet realistisch en niet consistent.
Wat is er niet consistent aan?
In vergelijking met de internationale standaarden is Nederland het land dat de meest strenge normeringen kent. Als voorbeeld noem ik rivier de Dinkel, waarvan hetzelfde water in Duitsland als niet-verontreinigd wordt beschouwd, maar zodra het Nederland binnenkomt, als verontreinigd wordt bestempeld vanwege de strengere Nederlandse normen.
Maar denk je dat jullie inzet effect heeft?
Ondanks dat ik de gevolgen van het huidige beleid als heel negatief zie, heb ik hoop dat het blijven communiceren wat uithaalt. Met name omdat de Europese verkiezingen voor de deur staan. De boeren hebben recent een overwinning in hun zak kunnen steken. Zo werd de natuurherstelwet op het laatste moment aangepast. Daarnaast besloot de Europese Commissie de administratieve belasting voor boeren te verminderen. Dat laatste is erg positief. Vooral omdat een kleine fout in de administratie of subsidieaanvraag vaak resulteert in aanzienlijke kortingen op subsidies. Voor boeren heeft dat aanzienlijke financiële gevolgen, omdat het als economisch delict wordt bestempeld. Tijdens een recente expertmeeting van de landbouwcommissie van de Tweede Kamer werd duidelijk dat zowel boeren als experts moeite hebben met het volgen en naleven van de regelgeving op het boerenerf. Zelfs boekhoudbureaus zien zich genoodzaakt dure experts in te huren om te voldoen aan deze complexe eisen. Vaak doet de boerin de boekhouding, maar die komt er nu niet meer uit en boeren durven zelf de aanvragen en eigen administratie niet meer in te vullen. Dat levert veel stress op en slapeloze nachten in de boerengezinnen. Wij zeggen wel eens onderling bij SLN: Dit is een volgende parlementaire enquête in the making. In onze zienswijze noem ik het ook, dat het lijkt op onbehoorlijk bestuur: dat je er zo veel doordrukt op basis van onnauwkeurige normen en modellen, zonder dat je kijkt wat de impact op mens en bedrijf is.
Er is dus toch positief nieuws uit Brussel?
Dat in Brussel nu ook besluiten genomen worden die positief uitpakken voor de boeren, snap ik wel. Er waait een nieuwe politieke wind in Brussel. Ik hoop dat dit ook invloed heeft op het NPLG. In aanloop naar de Europese verkiezingen kiest iedereen eieren voor zijn geld. Dat is geen inzicht, maar opportunisme. Op zich ben ik daar niet negatief over. Ik hoop dat het beklijft en vervolgens ook bij de Nederlandse overheid doorsijpelt.
Wat is Stichting SLN?
De Stichting Samenleving, Landbouw en Natuur is in 2022 opgericht door een groep verontruste burgers, onderzoekers en voormalige boeren en heeft haar zetel op een agrarisch natuurlandgoed in Ommen. Het netwerk van SLN is begin 2024 gegroeid tot bijna 2000 geïnteresseerden die het recent uitgegeven boek Eerlijke Verhalen van boeren hebben aangeschaft of cadeau gekregen. Ook met de publicatie Natuur, vallen of opstaan heeft SLN honderden experts, bestuurders en burgers bereikt. Via regionale publieksbijeenkomsten kon SLN de afgelopen achttien maanden honderden mensen tegemoet zien. In de provinciale werkgroepen is het aantal actieve experts ongeveer 25 personen, afkomstig uit de ‘bezorgde burgerij’ (ambtenaren, boekhouders, commercieel medewerkers, ondernemers), onderzoek (economie, natuur, chemie), ondernemers en gezinsleden uit de agrarisch sector.