PVV-lijsttrekker Geert Wilders kreeg tijdens de Tweede Kamerverkiezingen op 22 november 2023 veruit de meeste stemmen, maar mocht vanwege zijn controversiële reputatie geen minister-president worden. “De premier moet van onbesproken gedrag zijn”, gaf NSC-voorman Pieter Omtzigt meermaals aan. Wilders zag “in het belang van Nederland” af van het premierschap omdat hij per se een rechts kabinet wilde, zo verantwoordde hij het althans aan zijn achterban.

Kandidaat nummer één Ronald Plasterk werd door politiek links en de media afgeschoten en haakte af. Dinsdag werd – ogenschijnlijk vanuit het niets – de voor het grote publiek onbekende Dick Schoof naar voren geschoven. Reguliere media en de linkse oppositie waren ineens wel positief. ‘Superambtenaar Schoof wil premier van alle Nederlanders zijn’, aldus NU.nl. ‘Man met juiste ervaring met crises’, kopte de Volkskrant. Oppositieleider Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA) over de 67-jarige Schoof, die tot 2021 dertig jaar lid was van de PvdA: “Een heel loyale en toegewijde ambtenaar”. Wilders zei tegenover de NOS zelfs al “trots te zijn op deze premier”.

Hoe anders zijn de reacties vanuit de echte oppositie. “Dick Schoof is overduidelijk een linkse mainstream guy”, verklaarde FVD-voorman Thierry Baudet. “37 zetels voor een anti-establishmentpopulist op 22 november en je krijgt … de belichaming van het establishment.” Wybren van Haga van BNVL stelt: “Met de kandidatuur van Dick Schoof heeft Geert Wilders zijn laatste greintje geloofwaardigheid voorgoed verspeeld. Opnieuw is het volk belazerd en kunnen de strategische stemmers hun wonden gaan likken.” De rechtse opiniemaker Eva Vlaardingerbroek, die onlangs internationaal furore maakte op een congres voor nationalistische partijen in Boedapest, noemt Schoof “de personificatie van een technocratische bureaucraat en als voormalig lid van de PvdA het tegenovergestelde van wat de Nederlandse bevolking heeft gestemd.”

Caroline van der Plas nuanceerde daags voordat Schoof op het toneel werd geschoven het begrip van “onbesproken gedrag” in Buitenhof. “Er zal altijd wel iets over iemand te vinden zijn. De vraag is dan: hoe erg vinden we dat?”, aldus de BBB-voorvrouw. “Er moet geen sprake zijn van strafbare feiten en geen belangen­verstrengeling”, gaf ze aan. De vraag is echter welke inlichtingen­deskundige van de coalitie het antecedenten­onderzoek naar Schoof heeft verricht. Belangenverstrengeling – in de zin van het voortdurend oprekken, wijzigen en omzeilen van regels voor politieke doeleinden – is een rode draad in zijn carrière. Voor de jurist Schoof is de wet er om de burgers onder de duim te houden, niet iets om zichzelf aan te houden.

Schoof begon op 1 maart 2020, vlak voordat de ‘coronacrisis’ officieel werd aangekondigd door het kabinet, aan zijn baan als secretaris-generaal (SG) van het ministerie van Justitie en Veiligheid (J&V). Tussen 2018 en 2020 was hij de baas van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). De SG is de hoogste ambtenaar van het departement. Zoals onafhankelijk onderzoeker Cees van den Bos heeft laten aan zien aan de hand van Wob-documenten, was minister Ferd Grapperhaus van Justitie, in tegenstelling tot de indruk die bij de Nederlandse bevolking werd gewekt, politiek verantwoordelijk voor de hele crisisaansturing, niet Hugo de Jonge van VWS. Grapperhaus en zijn topambtenaar Schoof werkten daarbij nauw samen met Pieter-Jaap Aalbersberg, de man die in 2018 Schoof opvolgde als Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV).

Schoof was dus een van de voortrekkers van het coronabeleid – met 1,5 meter afstand houden, avondklok, lockdowns, handen wassen, verplichte mondkapjes, het coronatoegangsbewijs, enzovoort – dat onwetenschappelijk en ongrondwettelijk bleek te zijn en tot op de dag van vandaag voor tweedeling in de Nederlandse samenleving heeft geleid en grote economische en sociale gevolgen had. Hij en zijn collega’s bij Justitie en de Inlichtingendiensten bedachten de coronamaa­tregelen, niet VWS. En hoewel onderzoekers van het RIVM keer op keer – bij praktisch alle coronamaatregelen – aangaven dat er geen wetenschappelijke onderbouwing voor te vinden was, drukte Justitie ze niettemin door, toont Van den Bos aan.

Schoof vervulde een uiterst dubieuze rol in de rel rond het huwelijk van minister Grapperhaus in augustus 2020. In de media lekten foto’s uit van de bruiloft van de minister, waarop duidelijk te zien is dat hij en zijn gasten zich niet hielden aan de mede door hemzelf ingevoerde corona­regels. Een paar maanden eerder had Grapperhaus burgers die zich niks aantrokken van de regels nog “aso’s” genoemd. Ook had hij hoge boetes en zelfs een aantekening op het strafblad voor de overtredingen wettelijk mogelijk gemaakt. Maar voor de minister bleken andere regels te gelden. Daar zorgde zijn rechterhand Dick Schoof voor.

Van den Bos toont aan de hand van e-mailcorrespondentie aan dat Schoof er alles aan deed om ervoor te zorgen dat Grapperhaus aan vervolging kon ontsnappen. Hij probeerde ook actief reputatieschade van zijn minister te voorkomen. Hij sprak mensen in zijn netwerk aan, belde met diverse media, waaronder De Telegraaf, zorgde er mede voor dat Grapperhaus slechts een coronaboete voor de bühne (die werd gedoneerd aan het Rode Kruis) kreeg en een mea culpa in de media mocht maken. Hij zat in een appgroep samen met Grapperhaus en Aalbersberg, met de naam ‘1,5 m debat FERD’ die de minister met zo min mogelijk kleerscheuren door het Kamerdebat moest loodsen. Zo wist hij te vermijden dat Grapperhaus moest aftreden of een strafblad zou oplopen. Grapperhaus prees na afloop zijn souffleurs als een “ijzersterk team”.

Al vaker in zijn carrière toonde ‘Dick Donder’, zoals een van zijn bijnamen luidt, aan dat hij staat voor het principe “rules for thee, but not for me”. Uit Woo-­documenten opgevraagd door NRC Handelsblad is gebleken dat Schoof in zijn tijd bij de NCTV toestemming gaf voor het online bespioneren van burgers via nep­accounts. Juristen waarschuwden Schoof voor de wankele juridische basis van deze aanpak, maar er werd jarenlang weinig mee gedaan.

NRC schrijft dat onder leiding van Schoof door de NCTV politieke campagneleiders, religieuze leiders, ‘radicale moslims’ en linkse en rechtse activisten zijn afgeluisterd. NCTV hield bij met wie ze getrouwd waren, hoeveel kinderen ze hadden of met wie ze omgingen, soms vergezeld van foto’s. “Intern wijzen medewerkers hem erop dat de NCTV burgers helemaal niet in de gaten mag houden. Daar is geen wettelijke grondslag voor”, schrijft NRC. “Een analist van de NCTV mag niets meer dan welke ambtenaar ook. De bezwaren worden genegeerd. ‘Wie nog een keer over die grondslag begint, kan zijn spullen pakken’, snauwt Schoof een medewerker op een dag toe, bevestigen meerdere bronnen.” Tweede Kamerlid Michiel van Nispen (SP) stelt: “Van een topambtenaar mogen we echt meer verwachten. Het is schadelijk voor het vertrouwen dat de wet zo makkelijk opzijgeschoven wordt als het de overheid zelf even niet uitkomt.”

Een journaliste van Hart van Nederland vroeg Schoof naar dit schandaal tijdens de persconferentie afgelopen week, nadat Schoof had gezegd dat hij “de premier van alle Nederlanders wil zijn”. Waarom had hij dan in zijn tijd bij de NCTV diezelfde burgers laten volgen via nep­accounts, terwijl dat juridisch helemaal niet houdbaar was, werd er gevraagd? Schoof ontweek stamelend de inhoud. “Daar is met de Kamer uitvoerig over gecorrespondeerd, daar is onderzoek naar gedaan. En daar verwijs ik ook naar.” De journaliste stelde dat dit “wel een heel summiere reactie is, want u wordt namelijk premier van Nederland. Dit is een groot iets wat nog boven u zweeft. Hoe kijkt u erop terug dat u dat hebt toegestaan?” Schoof: “Ik verwijs echt naar datgene wat er op dat moment door de bewindslieden die verantwoordelijk voor mij waren over is gezegd”. Ook een journalist van Geen Stijl kreeg geen antwoord op kritische vragen. “Dit kabinet heeft het over transparantie en een nieuwe bestuurscultuur”, probeerde hij. Schoof bleef echter stug hakkelend verwijzen naar ambtenaren en rapporten. “Ik ga er op dit moment niet op in. Misschien op een later moment, maar nu niet. Ik laat het hierbij.”

In een interview met De Groene Amsterdammer op 6 maart van dit jaar liet Schoof weten dat de (grond)wet voor hem rekbaar is. “De grondwet wordt met enige regelmaat gewijzigd. Artikel 1 is onlangs aangepast, zodat hij ook geldt voor de lhbtq-gemeenschap. Er zijn allerlei ontwikkelingen in en buiten onze samenleving waar we ons aan moeten aanpassen. Neem de balans tussen vrijheid en privacy. Die is niet in beton gegoten.”

Schoof reed ook een scheve schaats in het onderzoek rond de MH17-ramp op 17 juli 2014. Hij was als NCTV-hoofd tot en met 27 juli verantwoordelijk voor de inschatting van de veiligheidsrisico’s voor de Nederlanders die naar Oekraïne waren gereisd voor de repatriëring van de lichamen van de slachtoffers, de berging van de wrakstukken en het onderzoek naar de oorzaak van de crash. Uit een in 2015 verschenen rapport van de Universiteit Twente, Evaluatie nationale crisisbeheersingsorganisatie vlucht MH17, blijkt dat de in Oekraïne aanwezige Nederlanders zich belemmerd hebben gevoeld door de NCTV. Het rapport suggereert dat Schoof ­Nederlanders weghield van de rampplek. Zo wordt in het rapport benoemd dat de NCTV op 27 juli luitenant-kolonel Hans van de Ven opdroeg het rebellenbolwerk Donetsk te verlaten, omdat het daar niet langer veilig zou zijn. Kort daarop werd vanuit Den Haag die opdracht herroepen en de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de Nederlanders overgedragen aan het ministerie van Defensie.

Op 8 februari 2019 ontstond een relletje rond het rapport. GeenStijl publiceerde die dag een artikel getiteld “Te negatieve conclusies onderzoek MH17 aangepast na druk NCTV”. Het rapport was aangepast op dringend verzoek van Schoof, bleek uit documenten die de website had verkregen na Wob-verzoeken. Schoof vond een aantal conclusies “te zwaar” en “te negatief” en liet ze daarom herschrijven. Nog voordat het rapport was geschreven, had hij zijn stempel erop gedrukt. Zo stak hij een stokje voor het voornemen van de onderzoekers om uit te vogelen wat er bij de Nederlandse overheid bekend was over de onveiligheid van het Oekraïense luchtruim. Het leidde tot vragen in de Tweede Kamer over de onafhankelijkheid van het onderzoek.

Gezien het machtsmisbruik van de inlichtingendiensten onder leiding van Schoof en het surveillancesysteem dat zij hebben opgebouwd, gelooft Van den Bos niet dat de rechtsstaat bij premier Schoof in goede handen is. “Ik denk dat het kabinet NCTV/AIVD 1 het beste zal gedijen in demissionaire status”, stelt hij cynisch. “Daar zullen ze dus wel snel iets aan moeten doen.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *