Eric Kemperman, type nuchtere Rotterdammer, is sinds juni vorig jaar Eerste Kamerlid voor de Boer Burger Beweging (BBB). Hij veroorzaakte onlangs enige commotie binnen zijn partij nadat hij een kritisch bericht had rondgestuurd waarin hij vroeg “waarom wij alleen maar over oorlog praten in plaats van vrede, en alle moties over bommen en granaten steunen? Ik vind dat we hier met elkaar een indringend gesprek over moeten voeren. Dit gaat nogal ergens over. Ik ben blij dat we dit onderwerp nu hoog op de agenda zetten.” De actie is typerend voor wat Kemperman ziet als zijn missie: mensen ervan bewust maken dat er ‘meer aan de hand’ is. Dat onze samenleving de verkeerde kant op wordt gestuurd. Hij doet dat bewust binnen BBB en niet via bijvoorbeeld FVD. “Ik heb vaak sympathie voor de ideeën van FVD. Hier spreek ik ook wel over binnen mijn partij. Maar Forum zet zich door hun benadering vaak buitenspel. Dat is jammer, gezien het vele gedegen parlementaire werk dat zij leveren met vaak interessante standpunten.” Kemperman denkt dat hij binnen zijn partij meer winst kan halen. Hij ervaart ruimte om “met elkaar het moeilijke gesprek te voeren. In onze fractie zitten zestien ervaren en kundige mensen in een relatief jong team. We opereren vanuit gedeelde kernwaarden. Ik zoek het compromis, maar ga de verschillen niet uit de weg”.
Kemperman, die dit jaar 60 wordt, is het soort man die je tot voor kort typisch Nederlands zou noemen. Gelukkig getrouwd, twee kinderen. Geboren in Rotterdam Crooswijk, “op de grens van een volksbuurt en het centrum”, naast de veemarkt die Rotterdam toen nog had. Na een mislukte studie accountancy haalde hij een doctoraal en MBA in de avonduren, en verwierf als interim-manager een leidende, vaak financiële, rol in vele complexe projecten, zoals de aanleg van de HSL-Zuid en de Tweede Maasvlakte en veel vastgoedprojecten zoals de renovatie van het Rijksmuseum. Met zijn vrouw had hij een coaching- en opleidingsbedrijf, dat zij een jaar geleden verkochten. Hij was eigenlijk klaar om met hun caravan door Frankrijk te gaan rijden en te genieten van het leven. Toen kwam covid-19. “In het begin dacht ik nog, ze pakken het goed aan. Maar al snel zag ik: dit gaat veel te ver. Als je op zeker moment met je vrouw ’s avonds wandelt, in het dorp waar wij wonen, je bent bijna 57, je hebt je bijdrage geleverd aan de samenleving, ook in maatschappelijk opzicht, als commissaris bij de woningcorporatie, leider op de voetbalclub, je belasting betaald – en je wordt aangehouden omdat je ’s avonds op straat loopt… toen dacht ik: dit past niet bij mijn idee van vrijheid en autonomie.”
Samen met vrienden gingen zijn vrouw en hij naar de demonstratie op 6 januari 2022 in Amsterdam op het Museumplein. Wat hij die dag heeft meegemaakt, staat hem nog helder voor de geest. “Toen zijn de schellen mij van de ogen gevallen. Ik heb dingen gezien die ik in mijn land niet voor mogelijk had gehouden. Het machtsvertoon, cordons ME en oproerpolitie, telelenzen op de daken, drones. En op het veld: een grote groep bezorgde lieve mensen waar geen kwaad bij zat.” Hij vertelt hoe zijn vrouw en hij de Van Baerlestraat in werden gedreven, in de richting van ME-busjes, en hoe hij zag hoe een stuk of tien romeo’s uit busjes sprongen en op de demonstranten in begonnen te slaan, vrouwen, kinderen en bejaarden incluis. “Toen is er bij mij iets geknapt. Ik was trots op Nederland, ik had een beeld van mijn land als warm, saamhorig, kleurrijk, wars van gezag. Ik ben me dood geschrokken dat dit kon. Een dag later zag ik de berichtgeving de kranten, daar klopte niks van.”
Hij is gaan zoeken. De vrije media gaan volgen. Vragen gaan stellen. Plaatste af en toe een post op Linkedin waarin hij zaken benoemde en kritische vragen stelde. Hij merkte dat alleen dat laatste al op weerstand stuitte. “Dat vind ik heel raar. Als je kritische vragen stelt, word je meteen gewantrouwd.” Maar Kemperman is niet van plan zich de mond te laten snoeren. “Het is mijn staatsrechtelijke opdracht vragen te stellen.” Tot dusver is hij erin geslaagd het debat open te houden. “Ik heb nauwelijks kritische reacties gehad op mijn actie om De Andere Krant in de Eerste Kamer te verspreiden. Veel Kamerleden zijn positief, de reacties vallen mij mee. Veel senatoren zijn bereid ook ‘ander nieuws’ tot zich te nemen, ook al zijn ze het soms niet eens met wat ze lezen. Dat is prima toch? Iedereen bepaalt zelf wat hij ermee doet.”
Wat hem op dit moment het meest zorgen baart, is de oorlogspropaganda die van alle kanten op ons wordt afgevuurd. Hoewel de Eerste Kamer zich meestal bezighoudt met de toetsing van de kwaliteit van de wetgeving, vindt Kemperman dat hij en zijn collega’s zich hier niet toe mogen beperken. “Wij mogen hier iets van vinden. Wij zijn dag en nacht bezig met allerlei details over zaken waar de burger nauwelijks iets van merkt. Terwijl de wereld in de fik staat. We staan op de drempel van de derde wereldoorlog.”
Voor Kemperman is de rode draad in het politieke verhaal de toenemende controledrang van de staat en de uitdijende berg wetgeving waarmee de overheid alles probeert aan te sturen. “Dat zie je aan driehonderd wetsvoorstellen per jaar. Het slibt op alle fronten dicht. De leefwereld van gewone mensen sluit niet meer aan op de systeemwereld van de overheid.” Niet alleen komen er steeds weer nieuwe wetten bij, ze gaan ook allemaal één kant op: meer centrale sturing. “Medio maart debatteren we in de Eerste Kamer over de Wet seksuele misdrijven. Als die erdoor komt, moet je straks eerst bij wijze van spreken een contract afsluiten met iemand voordat je iets van een relatie kunt gaan ontdekken. Mijn collega doet het debat,daar heb ik alle vertrouwen in. We gaan daar als BBB kritisch naar kijken.”
Andere voorbeelden zijn de energietransitie (“loopt aan alle kanten vast door de regeldrang”), de Wet werving en selectie (“dan gaat de overheid voorschrijven hoe je als bedrijf mensen moet aannemen”) en “het hele woonprogramma van minister Hugo de Jonge”. Kemperman, die voorzitter is van de vaste Eerste Kamercommissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, houdt zich intensief bezig met de woning- en huisvestingswetten die uit het ministerie van Binnenlandse Zaken komen. “Een indrukwekkende productie. De ene na de andere wet moet meer centrale sturing opleveren. Meer controle. Meer handhaving. Dat lost het woonvraagstuk niet op. Ik heb gevraagd om een beleidsdebat over het hele oeuvre van De Jonge. Zo’n vraagstuk kun je niet opknippen in vele kleine wetjes, zoals de minister doet. Iedereen met verstand van zaken is uiterst kritisch op de hervormingen van de huur- en woningmarkt.”
Als lid van de commissie LNV en als statenlid in Gelderland, houdt Kemperman zich ook nadrukkelijk bezig met de boeren en de natuur. Wat vindt hij ervan dat de Europese Natuurherstelwet onlangs is goedgekeurd door het Europese Parlement? “Ik vind eerlijk gezegd dat er minder natuur moet komen, in plaats van meer. We zetten onze bestaanszekerheid op het spel. Je hebt een bevolking te voeden. Als je gaat tornen aan de mensen die dat het beste kunnen, onze boeren, speel je gevaarlijk spel. Het zou een gotspe zijn als je als land zo afglijdt dat je dat niet meer kunt.” Dat is wel de consequentie van de natuurherstelwet, vreest hij. “Elke vierkante meter natuur die verbeterd moet worden of er bijkomt, is een bedreiging voor de landbouwers eromheen. Wat je ziet is dat de ngo’s als uitvoeringsinstrument van de overheid, steeds meer grond kopen. Daar maken ze wensnatuur van. Vervolgens worden de boeren een bedreiging voor de natuur waarin dat ene heideplantje moet floreren. Er zijn boeren die meewerkten aan het ontwikkelen van natuur en nu de prijs betalen omdat ze ‘te dicht’ tegen die natuur aanzitten. Een collega BBB’er en veehouder kreeg vijf jaar geleden een prijs als ‘meest milieuvriendelijke boer’ en is nu een piekbelaster die weg moet.”
Volgens Kemperman is het geen toeval dat boeren overal in Europa onder vuur liggen. “Toevallig staan in alle Europese landen de boeren tegelijk op. Bij de een gaat het om stikstof, bij de andere de dieselprijs. Overal zijn ze kop van Jut, telkens met andere aanleiding. Waarom moeten die boeren weg? Omdat ze in de weg zitten. Omdat zij grond bezitten, autonoom zijn. Waarom wordt boeren tegen elke logica in het werken onmogelijk gemaakt? Onze hoogwaardige voedselproductie is juist in deze roerige tijden iets wat we zouden moeten koesteren.”
Kan BBB haar positie als grootste partij in de Eerste Kamer benutten om meer weerwerk te leveren tegen de controledrang van de regering? “Ja, maar dan moeten ook andere partijen hun rug recht houden. We hebben het gezien met de Omgevingswet. Die is per 1 januari ingegaan. Er was een meerderheid in de Eerste Kamer mordicus tegen die wet. De wet rammelde, lagere overheden zijn niet goed voorbereid, de systemen zijn niet klaar. Een accident waiting to happen. Toch ging een meerderheid door de knieën.”
Kemperman denkt dat nog meer bewustwording nodig is, voordat er echt iets verandert. Dat begint met het stellen van kritische vragen. “Waarom wordt de parlementaire enquête naar covid getraineerd? Elke maand zien we oversterfte. Vriend en vijand zegt, dit is toch wel raar. Het polariseert en verontrust onze samenleving. Als je nou met zo’n propagandamachine, met dwang en drang dat beleid hebt uitgevoerd, zou je toch moeten willen uitzoeken wat de gevolgen zijn? Om alle ongerustheid weg te nemen? Je hoort serieus in te gaan op vragen van parlementariërs als Pepijn van Houwelingen en Wybren van Haga. Doe je dat niet, dan voed je het wantrouwen. Zo is het bij mij begonnen. Ik stelde vragen, en zag hoe mensen in de kramp schoten.”
Kemperman probeert zijn optimisme te bewaren ondanks alles. “Soms kom ik thuis en denk ik, ik heb een steentje in de rivier gelegd. De week daarna denk ik, het steentje is weer weggespoeld. Het kost veel tijd en kracht. Maar ik doe het voor onze jeugd. Ik gun ze het leven, de vrijheid en kansen die mijn generatie heeft gehad.”