In een opmerkelijke rechtszaak heeft juridisch adviseur Karim Aachboun onlangs een kort geding aangespannen tegen Mark Rutte en de NAVO bij de rechtbank in Brussel. Aachboun eist dat Rutte zijn functie als secretaris-generaal van de NAVO tijdelijk opschort. Hoewel de rechtbank de vordering tegen Rutte ontvankelijk heeft verklaard, heeft zij uiteindelijk besloten om de vordering ongegrond te verklaren.
Desondanks heeft Aachboun hoger beroep aangetekend bij het Hof van Beroep in Brussel. Interessant genoeg heeft hij op één punt al een kleine overwinning behaald: hij beweerde aanvankelijk dat de rechtbank geen rechtsmacht over hem zou hebben, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat zij wel degelijk rechtsmacht heeft.
Toch is er sprake van een bijzondere situatie. Rutte zal namelijk per 1 oktober aan de slag gaan als topman van de NAVO, terwijl het hoger beroep nog moet plaatsvinden. Aachboun beweert dat Rutte opzettelijk zijn hoger beroep zal belemmeren. Hij vraagt zich af hoe serieus de rechters van het Hof van Beroep zichzelf nog kunnen nemen als een privépersoon hun rechterlijke macht aan de kant schuift. Mocht het Hof van Beroep hem geen recht doen, dan overweegt Aachboun om naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens te stappen.
Aachboun blijft strijden voor gerechtigheid, niet alleen in zijn zaak tegen Rutte, maar ook voor de slachtoffers van de Toeslagenaffaire en Gaza. Het belooft een spannende rechtszaak te worden met mogelijk grote gevolgen.
.