Op maandag stonden vier artsen voor de Raad van State in Den Haag. Deze artsen zijn al jarenlang opgejaagd en beboet omdat ze COVID-19-patiënten hebben geholpen met off-label medicatie. Tot nu toe had de bestuursrechter in vijf van de acht rechtszaken in het voordeel van de artsen beslist, maar minister Fleur Agema was het hier niet mee eens en tekende hoger beroep aan.
Tijdens de zitting waren er ook huisartsen aanwezig, waaronder Jan Vingerhoets. De artsen werden verwelkomd met gejuich en spandoeken. Vingerhoets beschreef de positieve uitstraling van de artsen als prachtig en ontroerend.
Aan de andere kant stonden de juristen van de gezondheidsinspectie (IGJ), met onder andere de landsadvocaat als vertegenwoordiger van Agema en enkele oud-inspecteurs. Opmerkelijk genoeg werden zij vergezeld door bodyguards. Dit vond Vingerhoets absurd en volstrekt overbodig, gezien de vreedzame aanwezigheid van de artsen. Hij merkte op dat de artsen geen bescherming hadden toen ze op het Malieveld door de ME werden aangevallen.
Els van Veen, ook een huisarts, vroeg zich af waar de inspectie bang voor was. Zij vroeg zich af waarom de inspecteurs jagen op deze artsen en waarom ze de NHG-standaarden als wapen tegen hen gebruiken, als ze zelf bodyguards nodig hebben.
Tijdens de zitting werd ook oud-huisarts en epidemioloog Dick Bijl gehoord als deskundige. Hij had de inspectie jaren geleden al gewaarschuwd voor de gevaren van bepaalde off-label medicijnen. Destijds zei de inspectie dat er geen tijd was om hier onderzoek naar te doen. Vingerhoets sarcastisch opmerking dat het beboeten van artsen die veilige middelen voorschrijven blijkbaar een belangrijk en bewerkelijk tijdverdrijf is.
Al met al was de zitting volgens de artsen bizar en schokkend. De artsen blijven strijden voor hun recht om COVID-19-patiënten te helpen met off-label medicatie.
.