In het debat over de energietransitie en de uitdagingen die we tegenkomen, horen we steeds vaker dat het Nederlandse stroomnet “vol” is. Netbeheerders, energiebedrijven en de overheid wijzen op de beperkingen van ons elektriciteitsnetwerk om de toenemende vraag en de groei van hernieuwbare energiebronnen zoals zonnepanelen en windmolens te ondersteunen. Maar klopt dit wel? Een dieper kijkje laat zien dat er meer speelt, en dat de oplossing voor onze stroomproblemen wellicht simpeler is dan we denken.

Een natuurkundlesje op VMBO-niveau.

De video legt uit dat het idee dat het stroomnet “vol” is, misleidend is. Het probleem ligt niet bij de hoeveelheid opgewekte stroom, maar bij de spanning op het net. Door simpele technische aanpassingen, zoals het verlagen van de spanning in wijken met veel zonnepanelen, kan het netwerk veel meer stroom verwerken zonder overbelasting. Netbeheerders willen echter geen investeringen doen om deze eenvoudige oplossing door te voeren, omdat ze liever subsidies binnenhalen en winst maximaliseren. De video benadrukt dat de oplossing technisch eenvoudig is, maar bewust wordt vermeden.

1. Hoe werkt ons elektriciteitsnet?

Elektriciteit wordt in Nederland gegenereerd door verschillende energiecentrales, waaronder kolencentrales en windmolenparken. De opgewekte stroom wordt via hoogspanningslijnen vervoerd naar zogenoemde transformatorstations. Hier wordt de spanning aangepast, zodat de stroom verder verspreid kan worden naar woonwijken en uiteindelijk naar jouw stopcontact. Dit lijkt een rechtlijnig proces, maar de werkelijkheid is iets ingewikkelder.

De spanning waarmee elektriciteit wordt getransporteerd, speelt een grote rol in de efficiëntie van het systeem. Hoe hoger de spanning, hoe lager de weerstand in de kabels en hoe verder de stroom vervoerd kan worden zonder veel verlies. Daarom zien we op het hoogspanningsnet spanningen van 25.000 tot wel 100.000 volt, terwijl de stroom in je huis wordt verlaagd naar 230 volt, wat veilig is voor huishoudelijk gebruik.

2. Zonnepanelen en de “volle” netten

Veel Nederlandse huishoudens hebben de afgelopen jaren zonnepanelen op hun daken geïnstalleerd, waarmee ze hun eigen stroom kunnen opwekken. Wanneer de zon schijnt, wordt deze energie eerst in huis gebruikt en wat overblijft, wordt teruggeleverd aan het net. Dit klinkt ideaal, maar hier begint volgens de netbeheerders het probleem: als er te veel zonnestroom wordt teruggeleverd, zou het netwerk verzadigd raken en zou het stroomnet vol zijn.

Volgens de experts die in de video zijn geanalyseerd, is deze redenering echter onjuist. Het probleem is niet dat er te veel stroom is, maar dat de spanning in het netwerk toeneemt naarmate meer zonnepanelen worden aangesloten. De spanning kan zelfs oplopen tot boven de 253 volt, het maximum dat volgens de netnorm is toegestaan. Wanneer dat gebeurt, schakelen omvormers van zonnepanelen automatisch uit om overbelasting te voorkomen.

3. Het simpele natuurkundige probleem

De reden waarom de omvormers uitschakelen, ligt in de basisprincipes van elektriciteit. Hoe meer stroom je over een bepaalde kabel wilt vervoeren, hoe hoger de weerstand. Om dit te compenseren, verhogen de omvormers de spanning van de zonnestroom zodat deze de stroom uit het net kan “verdringen”. Maar wanneer meerdere huizen in dezelfde wijk allemaal zonnestroom produceren en proberen deze terug te leveren, neemt de spanning steeds verder toe.

Een eenvoudige oplossing zou zijn om de beginsituatie aan te passen. In plaats van het net te laten beginnen met 230 volt, wat de standaard is, zou de netbeheerder kunnen kiezen voor een lagere spanning, bijvoorbeeld 220 of zelfs 210 volt. Dit zou betekenen dat er meer ruimte is voor de spanning om te stijgen voordat de omvormers uitschakelen. Alle huishoudelijke apparaten zijn ontworpen om met deze spanningsvariaties om te gaan, dus dit zou geen probleem moeten zijn voor consumenten.

4. Waarom wordt dit niet gedaan?

De vraag is: als de oplossing zo eenvoudig is, waarom wordt deze dan niet toegepast? Hier komt een zorgwekkend punt naar voren. De energiebedrijven en netbeheerders lijken geen interesse te hebben in het aanpassen van hun infrastructuur, zelfs niet als dit de problemen rondom zonnestroomopslag zou kunnen oplossen. In plaats daarvan pleiten ze voor complexe en dure oplossingen, waarvoor vaak subsidies nodig zijn.

Door de indruk te wekken dat het stroomnet vol is, kunnen energiebedrijven meer geld binnenhalen zonder te investeren in hun eigen netwerken. Het aanpassen van transformatorhuisjes om lagere spanningen door te voeren zou slechts een kleine investering vereisen, maar deze aanpassing zou het probleem grotendeels oplossen.

5. De echte reden achter de “volle netten”

Wat blijkt, is dat de netbeheerders liever vasthouden aan de huidige situatie om subsidies binnen te halen en kosten te besparen. Het aanpassen van het net vereist investeringen, en de bedrijven lijken hun winsten en aandeelhoudersdividenden te willen beschermen, in plaats van geld te steken in oplossingen voor de consument.

Dit roept grote vragen op over de integriteit van de betrokken partijen. Zonnepanelen worden gepromoot als een belangrijke stap in de energietransitie, maar als het netwerk niet in staat is deze stroom efficiënt te verwerken, wordt het volledige doel ondermijnd. En dat terwijl er technische oplossingen voorhanden zijn die nauwelijks ingrijpen in de infrastructuur vereisen.

Conclusie: Het net is niet vol – het probleem is de keuze van de netbeheerders

De claim dat het stroomnet vol zou zijn, blijkt bij nader onderzoek een halve waarheid te zijn. Het probleem ligt niet bij de hoeveelheid stroom die wordt opgewekt, maar bij de manier waarop het systeem is ontworpen en hoe het wordt beheerd. Door simpele aanpassingen aan de spanning in het netwerk, zouden we in staat zijn om meer hernieuwbare energie op te slaan zonder dat omvormers uitschakelen of dat het systeem overbelast raakt.

De weigering van netbeheerders om deze simpele oplossingen door te voeren, wekt de indruk dat er andere belangen spelen – namelijk financieel gewin en het binnenhalen van subsidies. Het is daarom belangrijk dat we kritisch blijven kijken naar de informatie die we krijgen over de energietransitie en dat we blijven vragen om transparantie en innovatie van de energiebedrijven.

De toekomst van onze energievoorziening hangt af van eerlijke en werkbare oplossingen, niet van winstmaximalisatie ten koste van de consument. Het is tijd om de mythe van het volle stroomnet te doorprikken en de juiste keuzes te maken voor een duurzame toekomst

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meld je aan voor de nieuws brief!


1 keer per dag de belangrijkste berichten,
1 keer per week de belangrijkste headlines,
en de nieuwste uitzendingen van hnmda,
zo in je postvakje... zeg nu ja....