“De IGJ is als toezichthouder onafhankelijk in haar oordeel en maakt haar eigen afwegingen”, aldus Mariël van Dam, woordvoerder van de gezondheidsinspectie, in antwoord op vragen van De Andere Krant over bemoeienis van Hugo de Jonge met het beleid van de Inspectie. Van Dam ontkent dat het op papier ‘onafhankelijke’ IGJ is aangestuurd door onder anderen de toenmalig minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Data-analist Cees van den Bos maakt korte metten met die bewering. Hij toont aan de hand van tientallen e-mails, nota’s en beleidsplannen – vrijgekomen na Wob-verzoeken – aan dat de Inspectie zich voor het karretje van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTV) en het ministerie van VWS liet spannen. Het zijn de twee autoriteiten die het hoogste woord hadden in de coronacrisis. Uit de papieren die Van den Bos analyseerde blijkt dat huisartsen die offlabel HCQ en ivermectine voorschreven, zich kritisch uitlieten over het gevoerde coronabeleid of hun patiënten een informed consent-formulier lieten tekenen als voorwaarde voor het toedienen van het experimentele coronavaccin – iets wat volgens het RIVM nodig is – actief werden vervolgd door de IGJ. “Dit gebeurde in sommige gevallen onder directe aansturing van ministers Hugo de Jonge (VWS), Martin van Rijn (Medische Zorg) en diens opvolger Tamara van Ark”, aldus Van den Bos. De onderzoeker toont op screenshots, te vinden op zijn Substack-site, dat de Inspectie door afwisselend VWS en NCTV – afgedekt door de Tijdelijke Wet Maatregelen covid-19 (Spoedwet) – in een positie is gemanoeuvreerd als handhaver van coronamaatregelen. Zo moest de IGJ toezicht houden op de teststraten en beheerde ze in opdracht van de minister een centraal meldpunt voor toezicht in de zorgsector. Ook moest de Inspectie in de gaten houden of de traceerapp goed werd gehanteerd, zo staat in de e-mail met onderwerp ‘Regeling voor handhaving bij dwang gebruik traceerapp’. Op 22 april 2021 verscheen een ‘Openingsplan’ van het ministerie van VWS. In dat document spreekt men van een ‘aanvullende toezichtrol’ van de inspecties, waardoor IGJ werd gedwongen vierwekelijks te rapporteren over meldingen in de zorgsector. Uit interne communicatie blijkt dat IGJ liet blijken dat de onafhankelijkheid geregeld in het geding was, maar slechts eenmaal zei de ‘onafhankelijk Inspectie’ nee. Dat was toen de NCTV het idee opperde om IGJ en GGD verantwoordelijk te maken voor handhaving ‘achter de voordeur’ van het verzorgingstehuis. “IGJ heeft als taak toezicht te houden op de kwaliteit van zorgverlening, niet op de gedragingen van individuele mensen.”
De data-analist bracht verder aan het licht dat de IGJ zitting nam in de Denktank Desinformatie, een semi-geheim genootschap dat ervoor heeft gezorgd dat medisch specialisten die twijfels uitspraken over het coronavaccinbeleid zijn gecensureerd. De denktank bestond uit ‘experts’ die als doel hadden de vaccinatiebereidheid onder de bevolking te bewaken, hoewel het onderzoek naar de veiligheid van de coronavaccins nog in volle gang was. “Desinformatie werd beschouwd als informatie die de vaccinatiebereidheid bedreigde en ook hier werkte de IGJ aan mee. Die handelswijze van de IGJ was niet eerlijk”, aldus Van den Bos.
Hij concludeert dat “de IGJ als verlengde arm van de minister van VWS optrad en dus niet onafhankelijk was”. Ook journalistiek platform Follow the Money stelt in het stuk De Inspectie beschermt vooral de minister, niet de patiënt dat “de toezichthouder claimt onafhankelijk te oordelen, maar achter de schermen heeft het ministerie van VWS allerlei manieren om invloed uit te oefenen.” Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg oordeelde onlangs dat De Jonge zich “actief heeft bemoeid” met de zaak tegen een ivermectine verstrekkende huisarts. Het ging om Rob Elens. IGJ verdedigde zich door te zeggen dat er “altijd politieke en maatschappelijke druk” is, maar wel onafhankelijk te hebben geoordeeld.
Van den Bos vindt op basis van alle openbare informatie dat er schoon schip gemaakt moet worden. “Vóór IGJ pleit dat ze in sommige gevallen liet blijken moeite te hebben gehad met wat werd opgelegd. Zo meldt IGJ in een e-mail van 4 mei 2021 dat de verhouding tussen departementen en inspecties “een gevoelig punt” is en dat er “teveel op de onafhankelijke rol wordt gedrukt”, maar het feit dat IGJ tot op de dag van vandaag trainerende dossiers open heeft staan van (huis)artsen die de verkeerde gedachten hebben geuit volgens een obscuur clubje desinformatie-bestrijders, pleit weer sterk tegen de goede intenties van de Inspectie. Het dossier IGJ moet tot op de bodem worden uitgezocht. Daarbij zullen alle artsen die schade hebben opgelopen door het handelen van de IGJ volledig en onvoorwaardelijk gerehabiliteerd moeten worden.” ¾